Op 19 oktober werd in het FC Groningenstadion de reünie ter
gelegenheid van het vieren van 100 jaar Oosterparkwijk gehouden. Het was even
zoeken waar de bezoeker precies naar binnen moest. De zaal zat al snel goed vol
met zo’n 400 belangstellenden. Henk de Hamer was de trekker van de organisatie
voor het feest.
De bewonersorganisatie, het WIJ-team, de stichting
Evenementen 100 jaar Oosterparkwijk en FC Groningen waren sponsors. Plus, een
heel grote groep vrijwilligers is erbij betrokken om alles georganiseerd en
geregeld te krijgen.
Speciale gasten waren Annie Tak, Max van de Berg en de
voetbalvereniging Oosterparker (die tegenwoordig gevestigd is in Kardinge).
Daarnaast allemaal Oosterparkers, waarbij iemand aan een
paar voorwaarden moest voldoen om zich op te kunnen geven: Oosterparker geweest
of nu in de wijk wonend én een jaar of 50 of ouder. Er was dan ook vrijwel geen
jeugd aanwezig, maar een mooie collectie senior bezoekers. De leeftijd liep tot
ongeveer 100.
Niet iedereen was zelf Oosterparker geweest: iemand kon ook
aanhang zijn van een van de koorleden van Oosterstörm of aanhang zijn van een
Oosterparker. Dan mocht hij of zij ook binnen.
Super handig waren de stickers bij de ingang waarop iedereen
zijn naam kon aangeven (noteren). Een enkeling had bedacht dat hij zijn
straatgenoten van vroeger wel weer wilde tegenkomen en schreef nog een sticker
met de Nachtegaalstraat erop. In de hoop dat die straatgenoten nu – vijftig
jaar later – hem niet aan zijn gezicht maar aan de straat waar hij had gewoond zouden
herkennen.
De huidige Oosterparkers hadden zich opgegeven omdat ze over
de reünie hadden gelezen of gehoord. Maar voormalige Oosterparkers wisten van
niks en hoorden er via via van. Ze gaven dat zelf dan weer door aan anderen,
tot aan een oud-burgemeester van Gouda toe die Oosterparker was in zijn jonge
jaren.
Naast het koor Oosterstörm met 43 zingende mannen (allemaal
ook boven de 50) waren er de discoshow The Magic Five en dichter Everdinus
Filippus om de stemming erin te brengen. Dat lukte prima. De 43 Oosterstörmers
kwamen qua volume zelf goed over het pratende publiek heen. De dichter werd
goed versterkt en dat was ook wel nodig want naast toehoorders waren er vooral
veel doorbabbelaars.
Everdinus Filippus kreeg zijn voornamen omdat hij vernoemd moest
worden naar tante Everdina en nog een familielid. Als dichter bleek het een
prachtige artiestennaam op te leveren. Hij heeft wel 600 gedichten geschreven,
van 14 regels elk, op rijm. Zo’n 60 gedichten selecteerde hij om voor te
dragen, maar die zijn niet allemaal aan
bod gekomen. Hij woonde in zijn jeugd in het Oosterpark en herinnert zich dat
er altijd wat te doen was. Nu woont hij al 35 jaar in Helpman en wandelt af en
toe door de Oosterparkwijk. Gaat dan zitten in het Oosterpark, waar het hem opvalt
dat er niet meer zoveel kinderen aan het spelen zijn als vroeger. Iedereen kon
toen zo meedoen. Nu komen de kinderen veel minder buiten, lijkt wel.
Een gedicht over de schoonheid van het Oosterpark mochten we
plaatsen in de wijkkrant.
Filmster
Ze kijkt naar haar blote foto
En denkt aan een nieuwe auto
Volgende maand kan ze hem halen
En hoeft er niets voor te betalen
Dat ze die rol zou krijgen
In Oosterpark achter de twijgen
Ze was er voor in de wieg gelegd
Had de regisseur in een wip gezegd
Maar waar blijft die regelaar nou
Of is ie bij zijn derde vrouw!
Er valt een brief op de mat
Verdorie zeg wat een kat
Lieve Jil, ga maar weer op Engelse les
Want de producent is op de fles
E. Filippus (8-9-2004)
Fina en Jan zijn broer en zus van elkaar en woonden in hun jeugd in het Oosterpark. Ria is de vrouw van Jan en via een nicht van Ria hoorden ze van de reünie. Ze hopen oude bekenden tegen te komen, maar zien zo een-twee-drie nog niemand. Ze zijn ook pas net binnen. Jan herinnert zich de vrijheid in het Oosterpark. Hij kon mooi spelen in het park, in de bosjes daar en kreeg dan af en toe boze politie achter zich aan. Dan had er iemand geklaagd. Prachtig was dat. Er waren heel veel kinderen en er viel altijd wel wat te voetballen. De saamhorigheid was sterk. Bijvoorbeeld: veel meisjes speelden accordeon en dan ging iedereen meezingen. Je speelde met een oude fiets, een tol, een vlieger of knikkers. Met de rolschaatsen achter de bus aan was ook leuk en spannend tegelijk. Dat is nu meer de iPad en de computer geworden, daarom zijn er zo weinig kinderen op straat, zegt Jan. Hij spaarde als jonge knul voor een brommertje van negen jaar oud, dat 300 gulden kostte. Hij moest daarvoor zes weken werken bij de bakker: heel vroeg op en lange dagen maken. Het leukste uit de Oosterparkwijk was voor alle drie FC Groningen. Politie te paard was er dan en daarvoor moest ieder wel aan de kant. In de winter schaatsen op de vijver of langs de Oliemuldersweg. Had je toen nog en tot ’s avonds laat werd er geschaatst. Sneeuw of niet, dat maakte niet uit. Zwemles in het Noorderbad en een keer per week met de hele klas van school naar het badhuis op het Linnaeusplein. Het drietal heeft er heel goede herinneringen aan.
Marie woonde 28 jaar in het Oosterpark en vertrok naar de
Indische buurt. Wil woonde er 18 jaar en hij ging voor het werk naar Beilen.
Koos woont er nog steeds. Hij speelde vroeger serieus voetbal. Als verdediger
scoorde hij zo’n 10 doelpunten, maar hield er honderden tegen. De
Oosterparkwijk was leuk, sociaal en er hing een gezellige sfeer. Het was veilig
op straat te spelen. En als er voetbal was gingen ze op bezoek bij grootvader
aan de Laurierstraat. Van daaruit kon iedereen aan “Ooooh’s” en het gejuich
horen hoe de wedstrijd verliep. Na afloop was er mannenpraat en ook op de radio
werd er nagepraat. De kinderen werden dan buiten gestuurd. De mannen verkasten
naar de voorkamer en daar deelden ze een flesje bier. Geen kratje, daar
was dan
geen geld voor.
Minke en Herma zijn aanhang van het koor. Minke had 15 jaar
lang de FC Groningenbar, net aan de andere kant van het Oosterhamrikkanaal en
woonde in de Diephuisstraat. Allemaal net geen Oosterpark. Herma is geboren
Oosterparker en woonde in de Begoniastraat 73, daarna aan de Oliemuldersweg en
Zaagmuldersweg. Nu wonen ze beiden in
Lewenborg. Een zingende man thuis hebben vinden ze wel prima. Herma zingt zelf
ook in de zanggroep Oosterhoogebrug. Tijdens het kerstspel straks (midden
december) gaan ze in Dickenskostuum optreden bij het JOP aan de Klaprooslaan.
Laura en Sharronne zijn nog lang geen vijftig jaar. Ze zijn de twee vrijwilligers die de EHBO in handen hebben. Laura komt uit Brabant en woont nu in Groningen. De opa van Sharronne zit in de organisatie van de reünie en vandaar dat ze gevraagd zijn. Ze zijn beiden wijkverpleegster bij TSN Thuiszorg en hebben deze dag vrij genomen om dit evenement te kunnen begeleiden. Het gaat allemaal prima, want ze hoefden nog niks te doen. Achterin de zaal hebben ze een kamer met al hun EHBO-spullen en ook ruimte om iemand rustig te kunnen behandelen. Ze mogen vrij eten en drinken bestellen, ook al zal het bij frisdrank blijven.
Henk de Hamer is op zijn 23e de wijk uitgetrouwd naar Helpman. Hij is geboren en getogen Oosterparker. Zijn vader en moeder hebben tot hun dood aan de Klaprooslaan gewoond, dus hij kwam nog veel in de Oosterparkwijk. Toen hij hoorde dat de bewoners bij de bewonersorganisatie (BO) ideeën voor het vieren van 100 jaar Oosterparkwijk mochten insturen, bedacht hij met een paar leeftijdgenoten de reünie. Na een gesprek met de BO kwam er vlot groen licht, alleen was er een gebrek aan vrijwilligers. Nu is Henk gepensioneerd en onlangs weduwnaar geworden, dus hij had wel tijd om de trekker van het idee te worden. Nou, dat is gelukt. Het bleek een grote klus te zijn, maar goed dat iemand zoiets vooraf niet overziet want dan begin je er misschien niet eens aan. Het resultaat is magnifiek: honderden Oosterparkers bij elkaar om te praten over toen en nu.
De mooiste tijd in het Oosterpark was voor hem zijn
schooltijd. Prachtige onderwijzers die mooi konden vertellen. Hij leerde er
lezen en omdat hij op de Theo Thijssenschool zat las hij het boek “Kees de
jongen”. Hij las het boek wel vier keer, denkt Henk terugkijkend.
Het voetballen en buiten spelen herinnert Henk zich ook
goed. Dat kan nu niet meer en dat is wel jammer. Eigenlijk is de structuur van
het Oosterpark er nog wel, maar alles is nu anders dan toen. Henk is een paar
jaar de voorzitter geweest van voetbalvereniging Oosterpark. Een mooie tijd en
ook heeft hij daar een prachtig jubileum meegemaakt. Hij komt nog veel mensen
tegen uit die tijd. De VV Oosterpark had geen veld meer toen de FC groot werd.
Nog een tijdje konden ze het veld gebruiken als de FC uit speelde, maar na de
brand was dat niet meer mogelijk. Ze zitten nu in Kardinge, maar hebben hun
naam gehouden.
Het heftigste dat hij ooit heeft meegemaakt in zijn tijd in
het Oosterpark was het ongeluk van het jongetje Koosje Smit uit de
Laurierstraat. Die speelde in de speeltuin met de ijzeren bootjesschommel en
was er vanaf gekomen. Dat liep slecht af voor het jongetje: hij bleef er dood
liggen. De moeder werd natuurlijk geroepen en kwam vol verdriet aangerend. Dat
was verschrikkelijk. “Die moeder en haar verdriet, dat hoor ik nog steeds, als
je er aan denkt.”.
Foto(s): Reunie 1 | Wolter Kobus.