Aan het eind van een stormachtige middag bezoek ik Tjeerd Veenhoven in zijn atelier en werkplaats aan de Paradijsvogelstraat. Hij is verbaasd dat hij me ziet, de atelierdeur was open en ik was doorgelopen en hij is bezig aardappels te schillen voor zijn medewerkers.
Hij is samen met Henk Slomp een van de initiatiefnemers van het Werk, dat inmiddels 8 jaar geleden ontstond in de groep lege gebouwen aan de Paradijsvogelstraat.
Tjeerd Veenhoven is productontwikkelaar, hij heeft aan Minerva in Groningen gestudeerd en is afgestudeerd aan de Hoge School voor de Kunsten in Arnhem, omdat in Groningen geen afstudeer-richting productontwerp voorhanden was. Hij maakt alles op eigen initiatief, niemand vraagt om wat hij maakt. Bij alles wat hij ontwikkeld, wil hij dat het duurzaam en milieuvriendelijk en innovatief is. Hij vindt met name het ontwikkelen interessant niet zozeer de productie of de verkoop van zijn product. Voor productie en verkoop werkt hij met veel mensen en instanties samen. Hij maakt producten die ecologisch en sociaal verantwoord zijn. Zo maakt hij textiel van algen, algen die nu in winterslaap zijn. De algen vormen het ruwe natuurlijke materiaal waarvan textiel gemaakt wordt, omdat de kledingindustrie een van de meest vervuilende industrieën is.
Ook ontwikkelt hij biologisch afbreekbaar luiers, gemaakt van mossen uit de gemeente Dantumadiel in Oost-Friesland, tevens samenwerkingspartner en opdrachtgever. Een ander belangrijk product dat hij ontwikkeld heeft is palmleer, gemaakt van de schutbladen van de Arecapalm. Deze schutbladen vallen zo op de grond en wordt als waardeloos product gezien. Dit palmleer wordt nu ook in de Dominicaanse Republiek gemaakt, eerlijke handel, de boeren en de fabriek krijgen een goede prijs voor het product. Met andere woorden: het is een sociale onderneming. Ook in India, waar alles is begonnen, is een productie-unit opgezet, omdat de Arecapalm daar vandaan komt. Van dit palmleer maakt hij slippers en een van zijn stagiaires heeft hiervan tapijt ontwikkeld. Ook boekomslagen van palmleer zijn ontwikkeld.
Tjeerd Veenhoven vertelt: “Het is voor mij een uitdaging om producten te ontwikkelen die voor mensen met een basisinkomen van 2 euro per dag te koop zijn, in plaats van iets te maken dat voor een tig bedrag in een museum terecht komt”. Ook heeft hij tafelbladen gemaakt van gras, dat in elkaar gelijmd is met aardappelzetmeel. Dit omdat de aardappelteelt uit Oost Groningen komt. Wat hem mateloos irriteert is dat de potentie van de regio niet gezien wordt door Den Haag.
Hij maakt ook papier waarin biologisch afval verwerkt is. Ik kan de uienschillen en het prei-afval herleiden. Ook is hij nog adviseur van de Chinese overheid op het gebied van milieu-innovatie. “ Die 5000 jaar oude culturele rijkdom, de geschiedenis van Europa is daar niets bij. Ik verwonder me over de vrouwen die daar in mijn dienst zijn en de ambachten net als duizenden jaren geleden uitvoeren, die een stukje Chinese brokaat maken van 5000 draden op 50 centimeter. Ook werk ik graag met Chinezen omdat zij zaken graag aanpakken.”
“Ik heb dan een tolk bij me want ik spreek geen woord Mandarijn, de
moeder van mijn tolk woont in Groningen”
Ik heb vijf stagiaires, allen van een andere opleiding, een stagiaire industrieel ontwerpen, twee Deense stagiaires van de Mode-opleiding. En van de Hanzehogeschool een chemie student. Verder nog een stagiaire, die helpt met het ontwikkelen van de biologisch afbreekbare luier. Ik heb de stagiaires erg nodig dit ook omdat ze jong zijn en nog in meer in mogelijkheden en uitdagingen denken.
En over de deur,
die van het atelier en werkplaats is nooit dicht net als die van mijn woning,
je bent altijd welkom. En er is hier niks dat het stelen waard is.