Het Grand Festival – een bijeenkomst voor vrijwilligers

“Het idee is afgelopen zomer op Noorderzon, tijdens de voorstelling ‘The Money’, ontstaan. Een groep van vijftien mensen uit het publiek kreeg de opdracht om binnen een uur een bestemming te vinden voor het geld dat hun toegangskaartjes hadden gekost. Voorwaarde was wel dat iedereen uit het publiek het met het doel eens zou zijn. We moesten dus snel beslissen. En zo waren we voor dat geld ineens eigenaar van een simpel motorbootje – met daaraan gekoppeld het plan ermee door de grachten van Groningen te varen en onderweg troep uit het water te vissen. Onder het motto ‘Clean the Shitty’. Inmiddels hebben we al verschillende tochtjes gemaakt. We doen het voor de lol – ik vind dat je niet uit ergernis andermans rotzooi op moet ruimen. Het navigeren met de elektrische motor bleek nog helemaal niet zo eenvoudig, maar gelukkig hebben we ook de beschikking over een paar roeispanen.

Ons project heeft nog een andere kant. Het is een vorm van een sociaal experiment. Bij de start hebben we geen afspraken gemaakt hoe we samenwerken en hoe we besluiten nemen – maar dat is juist zo leuk. We kijken steeds naar wat praktisch haalbaar is en hoe we als open en gelijkwaardige groep in stand kunnen blijven. We opereren vanuit ‘De Huiskamer’ van de Oranjewijk, gelegen naast de Jumbo aan de Wilhelminakade. Wie geïnteresseerd is in ons project, kan daar een berichtje achterlaten.” Aan het woord is Ans Meiners uit de Noorderplantsoenbuurt. Ik sprak haar op het Grand Festival dat op 28 januari, aan het eind van de middag en het begin van de avond, gehouden werd in het Grand Theatre aan de Grote Markt. Het festival, georganiseerd door de Wijkcoöperatie GoeieBuurt in samenwerking met het Grand Theatre, had als doel vrijwilligers van diverse pluimage uit de hele stad met elkaar in contact te brengen, kennis te delen, ervaringen uit te laten wisselen, problemen te bespreken, elkaar te inspireren. En – last but not least er samen een feestje van te maken.

Veel te doen

De organisatoren hadden er veel werk van gemaakt. Er was een huiskamerhoek ingericht die mensen de mogelijkheid bood met elkaar te chillen. Een tafel financiën waar ieder die daar behoefte aan had adviezen kreeg hoe hij zijn ideeën in materieel opzicht zou kunnen verwezenlijken. Een zichtbaarheidstafel waar-op ieder zijn folders en visite-kaartjes kwijt kon.

Overal stonden ronde tafeltjes die de aanwezigen uitnodigden met elkaar in gesprek te gaan. In een hoek was een grote boom geplaatst waar de aanwezigen kaartjes met ideeën die bij hen opborrelden, konden ophangen. Een paar suggesties: ‘vanuit passie mensen verbinden’, ‘sociaal buurtcafé’, ‘een taalcoach voor verschillende talen’ en ‘een nieuwjaarsfeest’. De band ‘Waiting for the Sun’ zorgde voor de muzikale omlijsting en rond zes uur werd er een lopend buffet geopend waar-voor zich al
snel een lange rij vormde.

De donatie

Er viel die dag ook wat te winnen. Op het podium stond een grote, gesloten doos, met bovenin een smalle opening. Karen Bakker, een van de organisatoren, nodigde de vrijwilligers in de zaal uit hierin op papier een idee te deponeren voor een project dat, naar hun idee, wel wat financiële ondersteuning kon gebruiken. Zo’n anderhalf uur later trok Karen uit de tientallen suggesties vijf voorstellen die vervolgens door de indieners werden toegelicht. Daarna plaatste ze op het podium vijf nieuwe dozen – voor elk voorstel één. Alle bezoekers van het festival hadden bij binnenkomst een nepbankbiljet
gekregen waarvan de betekenis nu duidelijk werd. Door het biljet in de doos te
doen van het project dat je het meeste aansprak, kon ieder een stem uitbrengen.
Uiteindelijk verzamelde het voorstel, ingediend door vrijwilligers uit het
Hoornse Park, de meeste biljetten. Het project dat beoogt bankjes te maken uit
gerecycled plastic afval, ontving een donatie van 500 euro.

De coöperatieve
wijkraad

Onder de aanwezigen bevond zich ook Thea Bakhuys, lid van onze coöperatieve wijk-raad. “Toen ik te horen kreeg dat ik was ingeloot, had ik maar een flauw idee wat de coöperatieve wijkraad inhield,” vertelde ze. ”Ik had wel overal posters zien hangen, maar het zei me eigenlijk maar weinig. Toch heb ik gelijk ‘ja’ gezegd. Er wordt bij een of ander besluit vaak geroepen dat het allemaal maar achter een bureau bedacht is. Nu had je de kans om zelf, vanuit de wijk, iets te doen. Die kans moet je dan wel pakken. En we hebben best veel zeggenschap. Bovendien hebben we twee ton meegekregen, een aardig bedrag. Het wijkpanel dat ons met ideeën voedt, heeft een aantal aandachtspunten aangedragen: de aanpak van hondenpoep, van zwerfvuil en van overlast. En de problematiek rond het parkeren en de verkeersveiligheid. Wat het laatste betreft: de bewoners ervaren de Zaagmuldersweg nu als erg onveilig, met onduidelijke voorrangssituaties en een gedeelte waar je 50 kilometer mag rijden en een gedeelte waar de maximumsnelheid 30 kilometer is. Daar proberen we wat aan te doen.

Niet iedereen is blij met de coöperatieve wijkraad, maar ik zeg altijd: ‘maak gebruik van elkaar! Maak gebruik van de zeggenschap van de een en de deskundigheid van de ander.’ Ik vind het erg leuk deel uit te maken van de coöperatieve wijkraad, maar een lidmaatschap van twee jaar is veel en veel te kort. Het zou mooi zijn wanneer we gelijk opgingen met de gemeenteraad, dus als we een zittingstermijn hadden van vier jaar. Dan heb je de tijd om je in te lezen en je in te werken. En in een periode van vier jaar kun je ook wat bereiken.”

Foto(s): Bakhuys en Pieters | Erik Weersing.