“Bent u ooit wel eens gestoken door een bij?
In het bos of in de wei of op de hei
Was dat ook ontzettend pijnlijk?
Nou, dan was het hoogstwaarschijnlijk
Net zo’n akelige bij als die bij mij”
Zangeres, cabaretière en musicalster Conny Stuart zong in 1969 in de theatervoorstelling ‘Met Man en Muis’ een lied over de moeizame relatie die ze had met bijen. De tekst van Annie Schmidt is hoogst vermakelijk, maar weinig vleiend voor de soort. In haar beleving steken deze insecten de mens voortdurend op zeer ongepaste momenten in allerlei lichaamsdelen. Ze toonde zich bepaald geen fan. Gelukkig zijn er vele anderen die bijen wél een warm hart toedragen. Dat bleek een paar weken geleden toen er bij stadsrestaurant Het Oude Politiebureau (HOP), op de hoek van de Zaagmuldersweg en Hortensialaan, een voedselbank voor bijen werd geopend, ook wel een bijbliotheek genoemd.
359 bijensoorten
Initiatiefnemer Sanne Masselman – voor de gelegenheid toepasselijk gehuld in een zwart-geel gestreept bijen-kostuum – legde uit dat de bijen in Nederland onder de armoedegrens leven. Hun voortbestaan staat voortdurend onder druk. Vandaar de voedselbank – een houten kast, waarin plantjes, stekjes en zakjes met zaadjes staan opgeslagen die buurtbewoners gratis mee kunnen nemen om in hun tuin te zetten. Omdat het gewassen zijn waar bijen het goed op doen, helpen de deelnemers hen aan een betere toekomst. Het is een kwestie van halen en brengen. Op uw beurt kunt u plantjes in de kast neerzetten die goed zijn voor de bijenpopulatie. Andere buurtbewoners kunnen hier dan weer hun voordeel mee doen. En dat is belangrijk, zo legde Ellen Beck van ‘Duurzaam Oosterpark’ me na afloop uit. Zonder insecten raakt het milieu uit evenwicht, wordt de voedselketen verstoord en raken ook andere dieren hun voedselbronnen kwijt. Bijen zorgen voor een grotere biodiversiteit.
Peter Bootsma, de groene burgemeester van Groningen, die de opening verrichte door een doek over de kast weg te trekken, gaf een verdere toelichting. Er komen in Nederland 359 bijensoorten voor, waarvan de helft in zijn bestaan wordt bedreigd. Om hier een halt aan toe te roepen, zijn er sinds 2017 in ons land 1500 voedselbanken voor bijen geopend. Deze is de eerste in de Oosterparkwijk. Binnenkort volgt er aan de Paradijsvogelstraat een tweede.
De quiz
Tot besluit van de middag leidde bomendeskundige Adri Akkerman een speciale bijen-quiz. Ellen Beck reikte alle aanwezigen een oude wijkkrant uit (waar deze al niet goed voor is) waarvan ze een papieren punthoed moesten vouwen. Adri stelde vervolgens een aantal vragen, waarop enkel met ‘ja’ of ‘nee’ geantwoord kon worden. Door de hoed op te zetten, gaf je aan dat het antwoord ‘ja ‘ was. Door hem in je hand te houden gaf je te kennen dat het antwoord ‘nee’ moest zijn. Bij de eerste de beste vraag – “moet de honingbij gered worden?” – viel meer de helft van de aanwezigen al af. Ze hadden de papieren hoed opgezet. Fout! “De honingbij hoeft niet gered te worden!”, hield Adri zijn publiek voor. “Dat doet de imker al!” Na de volgende vragen (“Zijn hommels bijen?’ Antwoord ja. “Kleine bijen zijn geen jonge bijen.” Klopt!) bleven er steeds minder deelnemers in de strijd, tot ten slotte Anneke Grijpstra, een inwoonster van Beijum, als winnaar overbleef. Ze was de enige die alle vragen goed had beantwoord. Sanne reikte haar de eerste prijs uit: een bloemenpers, handig bij het drogen van bloemen.
En nu maar hopen dat veel wijkbewoners de weg naar de kast bij het HOP weten te vinden. Ook in onze wijk kunnen bijen wel een steuntje in de rug gebruiken!
Wie een voedselbank voor bijen wil starten, kan voor advies en overleg contact opnemen met Agnes Bakker. Tel.: 06-25325336, email: Agnesh.bakker@gmail.com. Zie ook: m.facebook.com/bijbliotheek.
Als mensen het leuk vinden om zich te verbinden aan de Voedselbank voor Bijen in de Oosterparkwijk dan kunnen ze contact opnemen met Sanne Masselman via bijenbieb.oosterpark@gmail.com of met Ellen Beck via www.duurzaamoosterpark.nl.
Op bijenplanten.ontwikkelcentrum.nl is meer informatie te vinden over bijensoorten en de planten waar ze gek op zijn.