Tegenover de Franciscuskerk (hoek Zaagmuldersweg en de Vinkenstraat) wordt een Michi-Noeki gebouwd.
Dit is een laagdrempelige plek voor wijkbewoners, die daar even uit kunnen rusten, naar het toilet kunnen, een kopje koffie drinken en even kijken wat er in de wijk te doen is. Er is in ieder geval altijd een luisterend oor en je kunt mensen uit de buurt tegenkomen. Het is een halteplaats die kan zorgen voor toevallige ontmoetingen tussen wijkbewoners, en tussen jong en oud. Die ontmoetingen vergroten het welzijn van mensen in de wijk en gaan eenzaamheid tegen.
Wijkbewoners kunnen zelf een rol krijgen in de Michi-Noeki, bijvoorbeeld als vrijwilliger.
Naast de Michi-Noeki wordt er ook een kiosk gebouwd voor familiezaak Knollema. De behoefte aan een kiosk met tabak, lectuur en kaarten bleek uit een petitie van wijkbewoners. Die volgde op de aankondiging van het vertrek van de winkel door uitbreidingsplannen van de Lidl. Honderden mensen uit de Oosterparkwijk tekenden voor het behoud van Knollema. De functie die de winkel heeft is bovenal sociaal: voor veel mensen zijn de mensen achter de toonbank een luisterend oor.
De buurtwinkel die al vijftig jaar een vast onderdeel vormde van het straatbeeld aan het Wielewaalplein komt terug op een iets andere plek naast de Michi-Noeki.
De Michi-Noeki bij de Franciscuskerk is de eerste van vier halteplaatsen. Ze gaan samen een netwerk vormen van makkelijk begaanbare routes door de wijk. Zo wordt de sociale en fysieke infra-structuur versterkt, en wordt de kans op toevallige ontmoetingen vergroot. Deze eerste Michi-Noeki is een proefproject. Na anderhalf jaar bekijkt de gemeente op basis van onderzoek welke toegevoegde waarde een Michi-Noeki heeft in de wijk. Afhankelijk van het succes komen er Michi-Noeki’s bij de Siebe Jan Boumaschool (het toekomstige Buurthuis), het Linnaeusplein en de Paradijsvogelstraat. Elke Michi-Noeki sluit aan bij de ontwikkelingen en organisaties rondom de locatie. Zo ontstaat er een netwerk van halteplaatsen waartussen wijkbewoners zich kunnen bewegen. Vier Michi-Noeki’s op een loopafstand van 300 tot 400 meter helpen de wijk kleiner maken, ook voor hen die moeilijk hun huis verlaten. De Oosterparkwijk wordt hierdoor een nog fijnere wijk om in te wonen.
De Michi-Noeki van Vollmer & Partners was in 2018 een van de winnaars van de landelijke prijsvraag ‘Who Cares’, voor nieuwe vormen van wonen en zorg. Who cares? Dat kan betekenen ‘Wat maakt het uit?’ Maar ook ‘Wie zorgt er voor mij?’ Als je ouder of hulpbehoevend bent, maakt het wel degelijk uit of je woonomgeving goed bij je past.
Vollmer & Partners, een bureau voor stedenbouw en landschapsontwerp, realiseert deze Michi-Noeki nu in samenwerking met bewoners en betrokkenen, Jasper Klapwijk van ‘Kantelingen’, gemeente Groningen, WIJ-Oosterpark en Arjan de Nooijer van ‘dNArchitectuur’, die het paviljoentje architectonisch heeft uitgewerkt.
De Michi-Noeki wordt bekostigd met geld van de Regiodeal Groningen Noord (144.000 euro). Dit zijn mid-delen die de gemeente van het Rijk ontvangt om te zorgen dat de brede welvaart en de leefbaarheid in Groningen verbeterd wordt. Als alles volgens planning verloopt, zal het paviljoentje aanstaande zomer open gaan.
WerkPro zal het klein onder-houd op zich nemen en het beheer van en de bezetting door de vrijwilligers op de Michi-Noeki wordt ook gecoördineerd door WerkPro.
Michi no eki
Michi-Noeki is geïnspireerd op de Japanse ‘Michi no eki’.
Binnenlands verkeer vindt in Japan plaats door de lucht, over het spoor en via de weg. Wie snel van grote stad naar grote stad wil reizen, neemt het beste de hogesnelheidstrein, de shinkansen. Vanuit Osaka ben je in 2,5 uur in Tokyo, toch een afstand van 550 kilometer. Ligt de bestemming echter verder het binnenland in, uit de buurt van vliegvelden en grotere steden, dan zijn Japanners aangewezen op hun auto’s.
Zo’n reis kan soms best een dag duren; het is goed om dan elke twee uur tenminste even achter het stuur vandaan te komen. Dat kan op michi no eki, de ‘stations van de weg’. Deze door de overheid aangewezen rustplaatsen langs de Japanse snelwegen zijn verspreid over het hele land.
Die rustplaatsen kennen in Japan een rijke historie. Al in de zeventiende eeuw telde Japan vijf langere routes die de hoofdstad Edo (het huidige Tokyo) verbonden met honderden kilometers verderop gelegen provincies. De Tokaido, ‘oostelijke zeeroute’, is zonder meer de meest bekende: de route, die langs de zuidkust van Hokkaido tot Kyoto voert, was onderdeel van het traject dat de Nederlandse handelaren jaarlijks vanuit Nagasaki aflegden.
Op de routes bevonden zich meerdere stations, waar reizigers konden uitrusten, eten, hun paarden voeren, overnachten – eigenlijk alles waar een vermoeide reiziger behoefte aan zou kunnen hebben. De 53 stations van de Tokaido werden wereldberoemd door de serie prenten waarop houtdrukkunstenaar Ando Hiroshige ze vereeuwigde.
Ruim 400 jaar later zijn dit soort rustplaatsen nog steeds een begrip, al heten ze pas sinds 1993 michi no eki. De opzet is echter niet veranderd, want het zijn nog steeds stops langs drukke routes die alles bieden waar de vermoeide reiziger eventueel behoefte aan zou kunnen hebben (al komt die tegenwoordig niet meer te paard). Bovendien zijn ze wederom in overheidsbeheer; Hideki Takebayashi, ambtenaar op het Ministerie van Transport vroeg zich af waarom de overheid wel faciliteiten op treinstations aanbood, maar niet langs de snelweg. Het eerste proefproject was een groot succes; 28 jaar later telt Japan 1160 michi no eki, verspreid over het hele land.
Veel meer dan een wegrestaurant
Nu zijn parkeerplaatsen langs de weg niet uniek Japans. Wat ze bijzonder maakt, is dat ze zorgen voor betere banden tussen lokale gemeenschappen en weggebruikers. Dat klinkt als de bekende marketingtaal, waar de praktijk meestal enorm bij achterblijft, maar dat is hier niet het geval. Vergeet de kop automaat-koffie en gevulde koek uit plastic, want een michi no eki is meer dan een tankstation.
Het kan bijvoorbeeld een dagbesteding zijn voor bejaarden. Japan vergrijst in hoog tempo, waardoor gezocht wordt naar manieren om ouderen toch onderdeel van de maatschappij te laten uitmaken. Bij de wegstations werken ouderen vaak vrijwillig mee in restaurants.
Daarnaast biedt een michi no eki ook belangrijke kansen voor lokale boeren. Voorverpakte snacks worden er ook verkocht, maar in de gemiddelde michi no eki is daarnaast ook plek voor een boerenmarkt. Boeren kunnen daar hun groente, fruit, jam, sap en andere zelfgekweekte, gekookte of gebrouwen specialiteiten kwijt.
Sommige michi no eki beschikken over een museum, een bibliotheek, of tennis- en golfbanen. Er zijn er waar je zelfs kunt paardrijden. Daarmee zijn veel michi no eki voor steeds meer reizigers een bestemming op zich.