De Nacht van de Nacht in de Oosterkerk

Sinds een kleine twintig jaar vindt in het laatste weekend van oktober ‘de nacht van de nacht’ plaats. Overal in het land doven bedrijven en gemeenten zaterdag, aan het eind van de avond, de lichten – in de hoop dat iedereen zich bewust wordt van de schoonheid van de nacht en van het belang dat duisternis heeft voor mens en dier. Nederland behoort, zo blijkt, tot de meest verlichte landen ter wereld. Er zijn in ons land nog maar weinig echt donkere plekken te vinden. Dit jaar speelt er nog iets anders mee. Door de energiecrisis zijn we met de neus op de feiten gedrukt: we moeten zuinig zijn met gas en elektriciteit. 

Tijdens ‘de nacht van de nacht’ – die altijd extra lang duurt, omdat tegelijkertijd de wintertijd ingaat – worden er door het hele land evenementen georganiseerd die passen bij het thema. Onze wijk bleef dit jaar niet achter. Zo konden bewoners op zaterdagavond, in de aanloop naar de nacht, in de Oosterkerk vier keer achtereen een dienst bijwonen die in het teken stond van de duisternis – en van het licht na de duisternis. De diensten, die steeds een klein half uur duurden, vonden in de lijn van waar het om ging, in het donker plaats. Er was heel spaarzame verlichting, waxinelichtjes en kleine kunstkaarsen – en ook de groene bordjes die de weg naar de nooduitgang wezen bleven ingeschakeld. Bij binnenkomst verwelkomden medewerkers van de kerk de bezoekers met koppen koffie, thee en chocolademelk (al dan niet met een dot slagroom) – en schalen met donker en licht getinte delicatessen, zoals chocoladezoenen, bokkenpootjes en gemarmerde cake. In het halfdonker was het allemaal moeilijk te zien, maar het smaakte uitstekend.

Dominee Jaap van den Bos nodigde de twintig tot vijfentwintig kerkgangers uit om op het podium te gaan zitten, waar tevoren kussens waren neergelegd. De bezoekers bewogen als schimmen in de nacht. Nadat iedereen, min of meer op de tast, een plek had gevonden, wees Jaap er in zijn preek op dat iemands problemen in het donker extra zwaar kunnen worden – of het nu om onbetaalde rekeningen gaat, conflicten met de mensen om hem heen of om het gevoel er helemaal alleen voor te staan. “Maar we geloven in een God die thuis is in het donker, hij is op de hoogte van de duistere binnenkant van iemands bestaan – daarom ben je in het donker nooit alleen. En God helpt je de donkere kant te dragen. En dan kan er ook weer licht doorbreken.” Gert de Jonge zorgde voor het muzikale intermezzo. Hij zong, terwijl hij zichzelf op de gitaar begeleidde, een drietal liederen die aansloten bij de inhoud van de preek. Met mooie regels als “Doe je ogen dicht, houd mijn hand vast, zo wacht je op de nieuwe dag”, “Als het donker wordt, mag ik dan je licht zijn?” en “Ik wens jou een jas voor de regen en een vriend dicht bij jou.” Een keer vergiste hij zich en begon hij verkeerd – het was ook wel moeilijk in het donker de tekst op zijn iPad te lezen. “Moet ik wat licht maken?”, vroeg Jaap behulpzaam. Maar dat was niet nodig. 

Sommige bezoekers bleven na afloop van de preek nog even zitten, om na te denken over de woorden van Jaap, om voor zichzelf nog wat te mediteren of nog een tijdje te genieten van de bijzondere sfeer in de kerk. Anderen stonden op om een kaarsje voor een dierbare aan te steken. De overige kerkgangers liepen langzaam naar de uitgang, waar ze iets te eten meekregen voor onderweg, de zoete lekkernijen waarmee ze ook begroet waren, of iets hartigers, zoals een kleine paprika of een appel. Een wijkbewoonster had aan het begin van de avond, speciaal voor de kerkgangers, een mandje met appels uit eigen tuin gebracht. Zo is er aan alle kanten meegewerkt aan het slagen van deze memorabele bijeenkomst.

De Natuur- en Milieufederaties (NMF) uit heel Nederland organiseerden op zaterdag 29 oktober voor de achttiende keer de Nacht van de Nacht. Dat is een evenement waarbij duisternis centraal staat. Het doel is om aandacht te vragen voor de problemen van lichtvervuiling. Ook de Oosterkerk deed mee, met korte diensten om 20, 21, 22 en 23 uur. Op de stoep voor de ingang stond een vuurkorf en enkele mannen heetten mij welkom. Ik betrad de kerk en bleef stilstaan om mijn ogen te laten wennen aan het duister van de kerk die verlicht werd door waxinelichtjes en kaarsen. Ik nam plaats op de eerste rij maar werd al gauw door predikant Jaap van den Bos uitgenodigd om, samen met anderen, ons bij hem en gitarist / zanger Gert de Jonge te voegen. Jaap sprak ingetogen over duisternis en licht. Hij citeerde uit de liedtekst ‘Jij Daar In Het Donker’ van Stef Bos: Jij daar in het donker / Jij daar in de nacht / Jij die naar de hemel kijkt / En op een wonder wacht.

Tijdens de dienst laste Jaap een moment van stilte in. Daarna zong Gert ‘Het het nog nooit zo donker west’ van Ede Staal. Na de dienst bleven we nog even zitten in onze kring. Een schaaltje ging rond, ik nam het aan, kon niet goed zien wat het was en pakte wat ik dacht een chocolaatje, maar nee, het bleek een dropje! Zo duister was het dus wel. Terwijl ik naar huis fietste ging ik in gedachten naar de tijd dat er nog geen elektrisch licht was.