Onder het lover der bomen
ligt Jenny te dromen
een libelle verkent haar been
ze is met Anton in Friescheveen
de roeiboot glijdt door het water
op de oever fluit een pater
ze trekt haar bloesje uit
een eend snatert luid
de zon schijnt op haar rug
Anton slaat naar een mug
wat is hij toch sportief
en ontzettend lief
hij geeft haar een zoen
vanavond wil ze het doen
E. FILIPPUS