Eerbetoon aan ‘Wolfie’

De Hortensialaan dateert van 1927, en op nr. 49 heeft altijd een kruidenierswinkel gezeten. Ik hoorde bijvoorbeeld van kruidenier Banus. En na Banus hadden we vanaf 1957 De Wolf, die door de Oosterparkers ‘Wolfie’ werd genoemd. Het werd ook wel het kleinste warenhuis van de stad genoemd. Wij kinderen kochten bij Wolfie voor 5 cent brokken massee. De Wolf trok ook met paard en wagen door de wijk om zijn waar aan te bieden. Het was maar een klein paardje; zoals ik het mij herinner leek het wel een pony. Daarbij riep hij steeds iets onverstaanbaars om zijn komst aan te kondigen. Mama noemde hem daarom de “tets, tets man” omdat zijn roep daar het meest op leek.

Mijn moeder vertelde me veel later dat De Wolf ook mobiele wasmachientjes verhuurde. De meeste huishoudens hadden toen nog geen wasmachine. De huurprijs varieerde per dag en op maandag waren ze het duurst en op vrijdag het goedkoopst! Hij leverde de machientjes bij huis af, en haalde ze ook weer op.

Onderdoorgang

In 1986 sloot deze markante winkel en in 1988 werd er op het terrein van het gesloopte Openbaar Slachthuis, naar zeggen het grootste slachthuis van Nederland, dat hier van 1900 tot 1979 stond, het wijkje Slachthuisstraat gebouwd. Om de aansluiting met de wijk te verbeteren, werd toen op de plek van de winkel de onderdoorgang gerealiseerd en hiermee verdween huisnummer 49!

In 2020 benaderde amateurhistoricus en geboren en getogen Oosterparker Menno Wielinga de werkgroep ONS om de doorgang een door hem bedacht naambordje te geven: ‘Passage De Wolf’.

De werkgroep diende het verzoek bij de gemeente in, die akkoord ging. Ook de Vereniging van Eigenaren gaf toestemming.

Ondertussen had Sjoukje van Kuiken van ONS de tekst op het bordje geschreven. Hier was ooit in deze Hortensialaan / het kleinste warenhuis genaamd De Wolf / en met zijn ‘winkeltje-paardje’ bracht hij / zijn handel door heel de Oosterparkwijk.

In aanwezigheid van werkgroep ONS, WIJ Oosterpark, Peter de Kan, die het bordje maakte (eikenhout, 7 keer gelakt!) en uiteraard Menno Wielinga werd het bordje op 12 november vastgeschroefd.

Kleinzoon Jos de Wolf, die ondertussen ook van het project gehoord had en het van harte ondersteunde, was helaas op het laatste moment verhinderd om hierbij aanwezig te zijn, waardoor de aanwezigen verstoken bleven van zijn toespraak, die de krant hier nu met plezier afdrukt.

Toespraak Jos de Wolf

“Mijn opa, J.B. de Wolf, begon samen met mijn vader in 1947 vanuit hun woonhuis met een handel in de meest voorkomende huishoudelijke artikelen, zoals borstelwaren, schoonmaakartikelen, zeeppoeders, knijpers en mattenkloppers. Dat deden ze in het begin met een handkar en ze brachten de spullen bij de mensen thuis. Elke dag maakte Wolfie (zo werden ze ook wel genoemd) een andere route door de Oosterparkwijk en riep daarbij, onder andere, de tekst:

“Vliegenvangers, kastpapier – alles hebben we hier – uitzoeken maar!!”

De bakfiets werd na verloop van tijd vervangen door een paard (pony met de naam Bobby) en wagen en nog veel weer later door een gemotoriseerde uitvoering.

Een aantal van die wagens werden voorzien van een mooie afbeelding door reclameman Piet van Kuiken, vaak aangevuld met een leuke spreuk, zoals “waar woont nu Roodkapje?”.

Je kunt je voorstellen dat het er allemaal heel leuk uitzag als het lekker weer was en de zon scheen, maar dat het zwaar was bij regen, harde wind, hagel en sneeuw.

Dat was ook één van de redenen dat in 1957 mijn vader, Herman de Wolf samen met mijn moeder Jannie, de winkel begon aan de Hortensialaan 49. 

Nadat mijn opa in 1964 ‘met AOW ging’ heeft mijn vader nog een paar jaar de zogenoemde ambulante handel voorgezet.

Eind zestiger jaren werd de woning (wij woonden achter de winkel) bij de winkel getrokken en vrij snel daarna werd de winkel vergroot met een groot deel van de tuin. Zo werd de winkel met een knipoog omgedoopt tot ‘het Kleinste Warenhuis van Groningen’ voor huishoudelijke artikelen, glas, porselein, kadootjes voor moeder- of vaderdag, tuinmeubelen en natuurlijk snoep en speelgoed.

Na 1975-1980 verhuisden veel Oosterparkers naar andere nieuwbouwwijken in de stad.

In 1986 werd ons door de gemeente een voorstel gedaan om de winkel te sluiten, om zo een doorgang van de Slachthuisstraat naar de Hortensialaan mogelijk te maken. Mijn vader had in de jaren daarvoor steeds meer problemen met zijn gezondheid en het was daarom niet moeilijk om hier mee in te stemmen. Tot op de dag van vandaag hebben wij contact, al dan niet via facebook, met mensen die zich die tijd herinneren en met verhalen komen over Wolfie, mijn opa, mijn vader, mijn moeder en natuurlijk de winkel of de paard en wagen. Veel Oosterparkers, hun kinderen en kleinkinderen zijn wel eens klant geweest van Wolfie. Als ze ons nu op deze plek zouden kunnen zien staan, dan zouden ze glimmen van trots.”