De terreur tijdens de Tweede Wereldoorlog ging tot het laatst toe door. Op 27 februari 1945, een paar maanden voor de bevrijding, vielen leden van de Sicherheitsdienst (SD) de drukkerij Erven B. van der Kamp aan de Oude Sint Jansstraat 1-3 binnen. Zeven medewerkers werden gearresteerd. De Duitse bezetter verdacht hen van verzetsactiviteiten. Onder hen bevond zich Johannes Geubels die bij Van der Kamp in dienst was als zetter-opmaker-drukker. Hij was inderdaad betrokken bij het verzet. Geubels was lid van de groep De Groot, een beweging die zich – onder leiding van Gerrit Boekhoven – bezig hield met hulp aan onderduikers, het vervalsen van persoonsbewijzen, het verspreiden van distributiebonnen en het drukken van illegale blaadjes, waaronder het verzetsblad ‘De Vonk’. Hoe de Duitsers Johannes Geubels en zijn collega’s op het spoor zijn gekomen, is nog altijd onduidelijk. Mogelijk zijn ze verraden, maar het bewijs daartoe ontbreekt.
De arrestanten werden overgebracht naar het huis van bewaring aan de Hereweg. Vandaar is Geubels op 17 maart 1945 afgevoerd naar concentratiekamp Neuengamme in Noord-Duitsland en, een paarweken later, toen de geallieerden naderden, naar het naburige kamp Sandbostel. Hij heeft de bevrijding meegemaakt, maar is uiteindelijk – 34 jaar oud – toch aan zijn ontberingen overleden. Van de zeven arrestanten heeft maar één medewerker de oorlog overleefd.
Op 12 april is voor het adres Vinkenstraat 6 – het woonhuis van Johannes Geubels en zijn gezin – een zogeheten Stolperstein onthuld. Stolpersteine zijn messing plaatjes die aangebracht worden op de stoep voor de huizen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, met name Joden en verzetsstrijders. Een groep burgers uit Hamburg die betrokken is bij de herdenkingsplaats Neuengamme, heeft het initiatief genomen Geubels op deze manier blijvend te herinneren. Holger Artus organiseerde namens deze groep de onthulling van de Stolperstein.

Ongeveer vijftig belangstellenden woonden de plechtigheid bij, onder wie de drie kinderen Geubels: Guus, Joke en Dick. Na een korte inleiding door Holger Artus, nam de oudste van hen, Guus, inmiddels 89 jaar, het woord. Hij vertelde dat de dag van de arrestatie van zijn vader voor altijd in zijn geheugen gegrift staat. “We wachtten onze vader altijd op wanneer hij van zijn werk kwam, ginds, bij de zwaaikom van het Oosterhamrikkanaal. Maar die dag kwam hij niet. De volgende ochtend hebben we kleren voor hem naar het huis van bewaring gebracht. Gevangenen schreeuwden door de ramen berichten naar ons, bedoeld voor vrienden en familie. Dat staat me nog altijd bij.” Behalve zijn vader herdacht Guus in zijn toespraak ook zijn moeder, Grietje Geubels-Dirks. “Ze stond er alleen voor na de oorlog en moest zich maar zien te redden. Ze moest maar zien hoe ze de eindjes aan elkaar knoopte, maar ze klaagde nooit. Zij heeft ons groot gebracht. Dankzij haar zijn we de mensen geworden die we nu zijn. En ze heeft ons, ondanks wat er allemaal gebeurd is, nooit opgevoed met haatgevoelens jegens de Duitsers. Onze moeder is onze heldin.”
Mirjam Wijnja, locoburgemeester, stelde in haar toespraak vast dat we niet weten hoe wij ons zouden gedragen tijdens oorlog en bezetting. “Daarom is het goed verhalen als van Johannes Geubels te blijven vertellen. Zij die het goede willen doen wanneer mensen vermalen worden door een systeem van terreur en haat.” Janwillem Compaijen vertegenwoordigde de FNV bij de onthulling. Hij wees erop dat bij de viering en herdenking van 80 jaar bevrijding één aspect vaak onderbelicht blijft: de maatschappelijke en psychische gevolgen die vijf jaar bezetting achteraf voor veel mensen, zoals het gezin Geubels, heeft gehad. Verder signaleerde hij dat er in de huidige tijd opnieuw sprake is van antisemitisme, vreemdelingenhaat en racisme. Als laatste in de rij kwam Robert Lagestee aan het woord. Hij sprak namens de bewoners van de Vinkenstraat. Robert zei blij te zijn dat buurman Johannes vanaf vandaag weer een beetje terug is in de straat. “De wereld zal waarschijnlijk vergeten wat we hier vandaag gezegd hebben, maar met deze steen wordt het moeilijk om Johannes ooit uit zijn straat en uit ons geheugen weg te denken.”
Na de toespraken legden Guus, Joke en Dick gezamenlijk bloemen bij de Stolperstein. Op het ene lint bij het bouquet was de tekst te lezen: “Johannes Geubels, strijdbaar voor zijn medemensen”. Het andere lint sprak van een “Herinnering aan een leven vol betekenis”.
