De verhalenapotheek: een voorstelling met verhalen van wijkbewoners

Ieder mens maakt veel mee in zijn leven, leuke, maar ook minder leuke belevenissen. Het is een open deur, deze constatering, maar zoals vaak bij een open deur – het is een waarheid die staat als een huis. Het theatercollectief LUCY – bestaande uit Anke Odinga, Rozan Vergeer en Janneke Bruggink – heeft, met dit gegeven in gedachten, in de Oosterparkwijk het project ‘Goudmakers’ geïntroduceerd. Dit project biedt zestigplussers een podium om tijdens een speciale voorstelling hun levensverhaal te vertellen. Het gaat over de keuzes die ze in het verleden hebben gemaakt, of niet hebben gemaakt, en de draai die ze er soms op latere leeftijd aan hebben gegeven. Het gaat over rouw, verdriet, nieuwe inzichten en nog heel veel meer.

In het gebouw van ‘Ons Belang’ aan de Zaagmuldersweg kreeg het publiek afgelopen zomer tijdens een drietal uitvoeringen de levensverhalen van een aantal Oosterparkers voorgeschoteld: heel herkenbare verhalen die de bezoeker deden beseffen niet de enige te zijn die iets dergelijks had meegemaakt. Dit werkte louterend. “Verhalen helen”, zoals iemand terecht opmerkte. Het collectief spreekt zelf van een ‘verhalenapotheek’. Verhalen die werken als medicijn. Onze wijk is de vijfde wijk in de stad waar Goudmakers is opgevoerd.

Annie Tak

Bij binnenkomst kregen de bezoekers een papiertje uitgereikt met een drietal multiple choice vragen.  Aan de hand van de antwoorden werden ze over vier groepen verdeeld – gekoppeld aan de vier elementen: vuur, water, lucht en aarde. De antwoorden bepaalden aan welk element – en aan de daarbij bijbehorende verhalen – iemand het meeste behoefte had. Een gids leidde het publiek hierna groepsgewijs langs de verschillende onderdelen van de voorstelling. Voor mijn groep (element aarde) beet Annie Tak het spits af. Annie  – inmiddels de negentig gepasseerd – vertelde over haar grote liefde Joop, met wie ze op tien dagen na een halve eeuw getrouwd is geweest. In de jaren vijftig werd er op zaterdagavond druk geflaneerd op de Glènne Riepe, de noordkant van de Vismarkt, de zonnige kant. Dat was destijds dé plek voor jongens en meisjes om met elkaar in contact te komen. Op de Glènne Riepe liep ze Joop tegen het lijf die ze al een paar keer eerder vluchtig had ontmoet en die duidelijk een oogje op haar had. Zij vond hem ook heel aardig, maar er was een probleem: Joops ouders waren gescheiden. Een schande in die tijd. Annies moeder maakte daar een punt van, maar Annie sloeg haar bezwaren uit handen door haar met haar eigen uitspraak te confronteren: wat de ouders doen kun je de kinderen niet aanrekenen! In 1956 zijn Annie en Joop getrouwd. Op de vraag of Joop, toen hij haar ten huwelijk vroeg, op de knieën is gegaan, antwoordde Annie resoluut: “Nee, dat doen ze alleen bij koningshuizen!” Een paar tips van Annie: “blijf altijd jezelf, pas je niet steeds aan en probeer de ander ook niet te veranderen.” en “Er zitten altijd scherpe randjes aan een huwelijk, maar probeer steeds de mooie dingen in elkaar te zien.” Tot slot vertelde ze dat Joop en zij allebei een denkbeeldig laatje hadden. “Wanneer we het ergens niet over eens waren, en we werden het ook niet eens, dan borgen we het op in ons laatje. Het was het niet waard om er ruzie over te maken.”

Levensverhalen

In het volgende onderdeel blikten vier buurtgenoten terug op hun leven. Zo vertelde Tina dat ze veertig jaar geleden voor een andere voornaam had gekozen. “Mijn oude naam associeerde ik met gevoelens waar ik afscheid van wilde nemen.” Het betekende voor haar een nieuw begin. Ze koos voor de naam Tina, zo vertelde ze na afloop van de voorstelling, omdat ze zich verwant voelde aan Tina Turner. Alfred worstelde met zijn identiteit “Ik maak geen keuzes. De keuzes kiezen mij.” Hij keerde terug naar de jongen die hij ooit was. “Wie mag ik zijn? En wie is de ander? Wat ik wil worden, staat me nu pas scherp voor ogen.” Geertje bracht de rouw die ze voelde onder woorden met de constatering dat ze zich op een donker moment op de bodem van de put bevond, “Maar is het niet de bodem van de put die je dwingt weer omhoog te kijken?” Ans koppelde de gebeurtenissen uit haar leven aan de tweehonderdvijftig jurken die ze in de loop der jaren gemaakt heeft. “Als een spoor door de tijd. Een dagboek van stof.”

Flarden van verhalen

De jurken van Ans stonden in rekken opgesteld, in een kring, waardoor er een aparte ruimte was gecreëerd. Hier luisterden de bezoekers, met een koptelefoon op, naar flarden van verhalen, die op de band waren ingesproken. Korte, kernachtige constateringen, anoniem verteld, vaak pijnlijk, vaak schrijnend. “Ik ben geboren in een gezin waar ik niet gewenst was.” “Mijn moeder kreeg ieder jaar een kind.” “Een broertje boven mij is overleden. Ik weet zijn naam niet eens.” ”Mijn moeder is gaan drinken. Ik moest voor het gezin zorgen.” “Ik kon niet mezelf zijn. Ik moest steeds vriendelijk zijn. Ik moest steeds pleasen.” Iedere uitspraak riep een compleet levensverhaal op, iedere uitspraak zei evenveel als een roman van honderden bladzijden.

Postzegels

In een volgende ruimte toonde Jaap zijn verzameling postzegels. Een collectie die zijn opa Jaap – naar wie hij is vernoemd – is begonnen. Postzegels vertellen verhalen, gaan terug in de tijd, zo hield hij het publiek voor. “Postzegels laten zien dat de wereld constant verandert.” Jaap heeft een bijzondere collectie, met waardevolle zegels. Een van de bezoekers ontdekte, al bladerend in een van de albums die op tafel lagen, een postzegel uit 1852. Op de vraag welke postzegels zijn voorkeur hadden, antwoordde Jaap “Vlinders en orchideeën.” Het is algemeen bekend: in deze tijd van email en app, worden er nauwelijks nog brieven geschreven. Betekent dit het einde van de postzegel? “Alleen als we blijven schrijven, blijven postzegels bestaan”, stelde Jaap nuchter vast. Een aardige attentie: er lagen enkele tientallen kaarten klaar, met verschillende teksten, die ieder die daar behoefte aan had, kon opsturen naar een kennis, vriend of familielid. Bijna alle kaarten zijn op de bus gegaan. 

Flora en Ariean

De voorstelling begon en eindigde met een optreden van het duo Flora en Ariean de Bie. Bij aanvang, terwijl de bezoekers binnendruppelden, zongen ze nummers uit een lange lijst met meer dan veertig min of meer bekende liedjes waaruit het publiek kon kiezen. De aanvrager moest dan wel aangeven waarom juist dit lied zijn voorkeur had. Dit leidde tot een leuke interactie tussen de artiesten en de mensen in de zaal. De keuze varieerde van ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld en ‘Laat me’ van Ramses Shaffy tot ‘You’ve got a friend’ van Carole King, ‘Both sides now’ van Joni Mitchell en ‘Where do you go to, my lovely’ van one-hit wonder Peter Sarstedt. En aan het slot van de voorstelling zong het duo het door Ariean speciaal voor deze voorstelling geschreven lied ‘wiebel de wiebel’ – met als refrein:

‘Wiebel de wiebel, dat is mijn leven

 Broddellap met alles erdoorheen geweven

 Wiebel de wiebel, wat is het belang

 Van status en bezit, want dat duurt nooit zo lang

 Wat blijft er in stand door de storm van de tijd?

 Mijn wiebel, de wiebel, mijn menselijkheid’ 

Het was een tekst die mooi aansloot bij de strekking van de voorstelling.