“Ik ben er heilig van overtuigd dat het allerbelangrijkste bij het schrijven van een gedicht een goede dagdroom is. Het is daarom voor een dichter handig dat hij vlakbij een park woont, zodat hij iedere dag een rondje kan maken, een beetje dagdromen, daarbij op een idee komen en dat dan thuis opschrijven.”
Dit is een uitspraak van Kasper Peters, bekend als prozaïst en theatermaker, maar toch in de eerste plaats als dichter. Hij was al vroeg bezig met poëzie. Als jongen van negen schreef hij de mooie zin “Tussen wikken en wegen kom je de mooiste vlinders tegen”. Van 2015 – 2017 was hij stadsdichter van Groningen. Hij woont in de Oosterparkwijk, dichtbij het groen, waar hij tijdens zijn wandelingen invallen krijgt voor zijn gedichten.
Op 23 september werd in het speeltuingebouw aan de Resedastraat de nieuwste bundel van Kasper Peters gepresenteerd. ‘Vogelzwemvliegvis’. Veel poëzieliefhebbers waren op het evenement afgekomen. Het zaaltje zat dan ook behoorlijk vol toen uitgever Anton Scheepstra naar voren kwam om het eerste exemplaar aan de dichter te overhandigen. Kasper Peters legde hierna in een enthousiast gebracht betoog uit dat dit de eerste bundel was waarbij hij niet de zware hoop had dat het een doorbraak voor hem en zijn werk zou betekenen. “Ik ben gewoon blij dat je er bent.” Ook legde hij uit dat het een groot voordeel was in Groningen te wonen. “In Groningen kun je bij twijfel over een gedicht gewoon iemand bellen. Welke zin zal ik kiezen? Wat vind je ervan? Zullen de mensen het wel begrijpen?”.
De stuiterbal
Kasper Peters las uit zijn bundel twee gedichten voor die een goede indruk gaven van het speelse karakter van zijn poëzie: het gedicht ‘Liefde’ – over het groene stoplicht aan de Ebbingestraat dat knipoogt naar het rode stoplicht aan het Boterdiep – en “het meest vieze gedicht dat ik heb geschreven en dat ik van mijn vrouw Fieke eigenlijk niet mag voordragen” – het gedicht ‘Gratis stuiterbal’.
“Hoor door de muren de buurman die zorgt voor onweer in het huis
na de regenbui onder de douche steekt hij een nieuwe dag aan
Eigenlijk spaart hij stuiterballen die zo lekker door je vingers rollen
van die slijmerige gele stuiterballen die je gratis in je wasbak vindt.
Op het balkon begint hij met een nieuwe sigaret aan het onweer van morgen.
Nadat hij eerst het publiek had getrakteerd op een fikse, zeer illustratieve rokershoest, gaf de dichter een korte toelichting. “Er wordt altijd maar gewezen op de gevaren van roken. Je krijgt er allemaal akelige ziektes van en je gaat eerder dood dan niet-rokers. Maar er wordt nooit eens aandacht besteed aan de voordelen! Je produceert ’s ochtends prachtige gele of groene stuiterballen. Daar moet je dan wel stevig voor roken!”
Kleine regels
Na deze wijze les gaf hij met een hartelijke omhelzing het eerste exemplaar van de bundel door aan singer-songwriter Eva Waterbolk “vanwege haar talent op de mooiste mannen van het land te vallen.” Later die middag zou Eva onder gitaarbegeleiding van Anne Caesar van Wieren een paar liedjes ten gehore brengen. Anne is een multitalent.
Behalve muzikant is hij ook tekstschrijven en beeldend kunstenaar. Hij heeft de illustraties verzorgd voor ‘Vogelzwemvliegvis’.
Naast Kasper Peters kwamen er ook collega-dichters aan het woord. Remco Ekkers noemde Kasper een man “van wie je onmogelijk niet kunt houden.” En de bijna dertienjarige Jacco Hage – van 2015-2016 kinderdichter van Groningen – sprak van een “baardige man met spannende verhalen”. Echtgenote Fieke Gosselaar – zelf ook dichter en schrijver – las een column voor, waarvan de slotregel het werk van haar partner goed karakteriseerde. “Er zijn maar kleine regels nodig voor een groot verhaal”.
Blauw haar
Tijdens de presentatie benadrukte Kasper Peters opnieuw het belang van dagdromen. “Helaas wordt op de middelbare school het vak dagdromen niet gegeven. Maar met dagdromen hoef je je nooit te vervelen en kun je de hele wereld aan.” Het gedicht ’Blauw haar’, naar mijn mening een van de mooiste uit de bundel, illustreert fraai de functie die dagdromen kan hebben.
“Het mooiste blauw is het blauw dat glimt in het zwartste zwart
Met je ogen dicht in het donker met je handen voor je gezicht
in een nacht zonder maandag zie je het als je geluk hebt.
Het haar van het nieuwe meisje dat voor me in de klas zit is zo blauw
ik kijk er steeds naar als ze tekent.”
De bundel ‘Vogelzwemvliegvis’ van Kasper Peters – met illustraties van Anne Caesar van Wieren – is verschenen bij uitgeverij Passage.
Foto(s): Anton Scheepstra | Erik Weersing, Kasper Peters | Erik Weersing, Eva Waterbolk en Anne Caesar van Wieren | Erik Weersing.