Gedicht: Dilemma

Emma zat met een dilemma.

Ari Kok stond voor het blok.

En die Koert van de politie,

zat in een moeilijke positie!

Willem Stel zat in de knel.

Tjeerd was heel erg gefrustreerd

en heel jammer, Madelijn

was aan ‘t eind van haar latijn.

Anna Plat viel in een gat.

Arme Kee zat het niet mee.

En tot overmaat van ramp,

kwam Jan Willem in een kramp!

Madelief die had een grief.

Cornelis Hut zat in de put

en de buurvrouw, hier rechts, onder,

had met iedereen gedonder …

De enige, waar niks mee was,

dat was Marije.

Omdat die alles altijd 

van zich af liet glije …

Maria Riksten-Brouwer