Op vrijdag 22 tot en met zondag 24 maart was het weer zover: het Lentefestival. Een lustrum, want het was de vijfde keer dat het door de BO (Bewonersorganisatie Oosterpark) georganiseerde festival plaatsvond. Eerst twee keer als Winterfestival in 2018 en 2019, beide in december, en daarna, door de voortslepende coronabeperkingen uiteindelijk getransformeerd tot Lentefestival in 2022, 2023 en 2024, alle in maart. Het concept van een klein dorpje met een aantal kleine huisjes, een centraal plein en een draaimolen bleef ongewijzigd, alleen het ijs-baantje verdween uiteraard.
Vaste waarde in de festivals is zangeres Annemarie de Bie, die nu verrassend voor de dag kwam. Op haar rug droeg ze een kartonnen bord met opschrift: GRATIS LIEDJE – jij mag zeggen waar het over gaat – hoe hard en ook hoe zacht geraakt – IK ZING VOOR JOU HIER IN DE STRAAT!! Zij zong en speelde nu met versterkt geluid, mobiel en onzichtbaar. Soms, en dat kwam ongetwijfeld door haar versterkte gitaar, klonk het al bijna als hardrock!
De twee pony’s van Stadspark liepen ook weer hun rondjes, waarbij me de nieuwe begeleidster opviel; haar voorgangster van de vorige festivals was weer met een studie begonnen, vertelde ze. De Kop van Jut werd de hele tijd met de zware houten hamer geslagen. Sommige kinderen waren eigenlijk nog iets te klein om de hamer überhaupt boven hun hoofd te tillen. Gelukkig was hier steeds een begeleider aanwezig, evenals bij de draaimolen, waar goed opgelet werd of alle kinderen goed vastzaten, zodat ze niet uit de bocht zouden vliegen.
Bij de oud-Hollandse spelen ontwaarde ik iets nieuws: Sudden Death, een kruising tussen een flipperkast en een tafelvoetbal. Je moest proberen om met de flippers, een soort flappen in elk van de vier hoeken, de lichtgevende bal in het gat van de tegenpartij te schieten. Het bedienen van de flippers vergde enige oefening, maar dan beleefde je er ook veel plezier aan. Net als de vorige jaren was ik weer onder de indruk van de zorgvuldigheid van de organisatie om kinderen van verschillende leeftijden te plezieren; ook de ukkies en peuters konden plezier hebben, net als de (bijna)tieners.
Binnen in JOP speelde een groepje kinderen van IKC Borgman toneel: een bewerking van Romeo en Julia van Shakespeare in twintig minuten! Hierbij viel veel te lachen en ik raakte warempel ook even echt ontroerd door de mimiek van Julia.
In datzelfde JOP zong op de zondagmiddag het Wijkkoor Eusterpaark, evenals bij IKC Borgman twee keer uitverkocht, dat wil zeggen gratis, maar je diende je aan te melden en er pasten maar 30 mensen in het zaaltje. Ik had het koor al wel vaker gehoord, en het wordt met elk optreden steeds beter en strakker, vind ik. Het laatste lied van het koor was het Oosterpaarklied van Swinder dat werd begeleid door wat tot dusver de Wijkband is, een initiatief van cultuurcoach Daan Noordhoek, die zelf meedeed op percussie. Verder Stef op trombone, Jean op gitaar en Laura op viool.
Clown Okidoki dook alle dagen op allerlei plekken op met zijn kunsten, waarbij de kinderen steeds mogelijkheden hadden om actief mee te doen. Hij kon ook heel goed af en toe één kind eventjes in het middelpunt plaatsen.
Goochelaar Tim Horsting die zondag op het podiumpje optrad verbaasde met onbegrijpelijke verdwijntrucs, illusies, transformaties van gewone gebruiksvoorwerpen en interacties met het publiek. Zijn magische kinderentertainment zou geschikt zijn voor kinderen vanaf 4 jaar, maar dat was wel wat te jong gegrepen, vond ik.
Tekst gaat verder onder de foto’s.
Muziek en zang
Draaiorgel Fledderbosch uit Garmerwolde diende met de hand gedraaid te worden. De twee mannen die afwisselend draaiden hadden een omvangrijke collectie ‘boeken’ meegenomen. Dat zijn in zigzag-vorm tot boeken gevouwen stroken stevig karton waarin gaten zijn geponst. Zo’n draaiorgelboek bedient via de luchtstroom door de gaten de registers, het slagwerk en de pijpen van het draaiorgel. De muziek van dit orgel bracht mij op zaterdag en zondag weer helemaal terug naar vroeger, en soms deed ik enkele minuten mijn ogen dicht voor een nog intensere beleving.
Andere muziek, en dan van een digitaal bestand, klonk vrijdagavond uit de speakers als begeleiding van de Groninger volkszangers Johan Tel en Alex Wieringa, die afwisselend bekende levensliederen zongen. De heren kozen ervoor om niet óp het podium, waar licht en lampen waren, maar vóór het podium te zingen om meer contact te kunnen maken met het publiek. Een goed idee, maar helaas stonden ze nu wat in het donker te zingen. De sfeer bleef hierdoor wat lauw, tot Hans Stienstra, die stage loopt bij de opbouwwerkers van WIJ Oosterpark, met zijn flamboyante verschijning en in zijn grote Tsjechische jas, of wat het ook was, naar voren liep en naast Johan en Alex als een ware volksmenner en met wilde armbewegingen het publiek opzweepte, wat mensen tot dansen bracht en uiteindelijk tot een heuse polonaise!
De volgende avond trad Ylvalie op, dit keer wél op het podium, en dus in sfeervol licht. Deze zangeres, bekend om haar melancholische maar krachtige Americana had haar begeleidingsband thuisgelaten, en alleen haar eigen gitaar en sologitarist Chiron Schut meegenomen. Schut blonk uit in soms lange en geïmproviseerde solo’s, waarbij me een toehoorder opviel; deze man leek wel in trance te zijn geraakt, waarbij zijn houding er een was van opperst luistergenot.
Martin Forget was voor mij een apart verhaal. Een Canadese mime-artiest die verliefd werd op een Groningse schone en hierdoor in Nederland belandde. Dat was halverwege de jaren negentig; ik was toen coördinator van het Universiteitstheater in
het Harmoniegebouw en Martin
speelde daar zijn eerste Neder-landse voorstelling. Dat was dus zo’n 30 jaar geleden! Ik sprak
hem aan: ‘Ken je me nog?’ Pas toen ik het woord ‘Uni-versiteitstheater’ uitsprak, her-kende hij me weer en voelden we samen dit verleden weer.
Op het Festival had hij ver-schillende acts, die bij het volwassen publiek vaak reacties opriepen van ‘eng’ en ‘griezelig’, terwijl kinderen ermee wegliepen en alles wilden aanraken. Zo was hij een baby; hij torstte een grote vrouwelijke levensechte pop achter zijn rug, waardoor het leek of deze vrouw liep met een baby op haar borst. Haar benen waren bedekt en waren die van Martin. De baby had aldus het hoofd van Martin, en twee kleine stompjes bekleed met stof waren zijn armpjes. Hij maakte wat gekke geluidjes. In een andere act zeulde hij een evenbeeld van zichzelf met zich mee, een griezelig goed gelijkend wassen beeld. Ook hier reageerden kinderen totaal anders dan volwassenen.
Tuinkabouter
Dit brengt me op Perky en Fiddle, twee tegendraadse tuinkabouters (Laura Stam en Marco Bonisimo) die hun saaie leven zat zijn en op avontuur gaan. Op het Festival brachten ze ook een prachtige en eenvoudige act: tuinkabouter Marco zat in een kruiwagen, pijp in de mond, voortgeduwd door Laura; vaak ook stond Marco ergens geparkeerd. Vlak om zijn middel heen was een laag grasland gecreëerd, waarop twee kleine beentjes vanuit zijn lichaam op het gras lagen. Door dit optisch bedrog leek hij inderdaad op een echte tuinkabouter! Kinderen liepen erop af en gaven hem altijd een high five.
In een van de knusse huisjes vertelde Karl Velthuis verhaaltjes, terwijl in een ander huisje een Escape Room van Spellen-vereniging Rabenhaupt was geïnstalleerd, waarbij een groepje (2-4 personen) binnen een bepaalde tijd een gitaar uit een met 7 hangslotjes beveiligde vitrine moesten bevrijden. Hiertoe moesten de cijfercodes van de slotjes gevonden worden tussen en in de spulletjes in de kamer.
Een groot doorlopend succes bij alle afgelopen festivals was en is het schminken van kinderen, en ook het plakken van glittertattoos. Meestal stond er een rij te wachten voor de ingang van het huisje tot er weer plaats was. Hetzelfde kan gezegd worden van de Limonadekabouter, die het ook nu weer erg druk had. En laat ik de zweefmolen niet vergeten!
In plaats van limonade waren er natuurlijk ook andere dranken te krijgen, tot aan bier en wijn toe. Pannenkoeken werden in groten getale gebakken en verorberd, en ook de Belgische wafels en de Falafel (grote porties!) vonden gretig aftrek. Zoals altijd liepen er weer gekostumeerde dames en heren rond om de sfeer te verhogen. Ik trok weer een handgeschreven kaartje bij de dame met een mand vol bloemen en las: “Heb plezier, heb lief, heb geen spijt en laat je door niemand van de wijs brengen.” Boven iedere i en j was een rood hartje getekend.
Bij dit Lentefestival waren zo’n vijftig vrijwilligers betrokken, met diverse taken. Door het regenachtige weer waren er minder bezoekers dan vorig jaar, maar toch nog rond de tweeduizend.
Hoewel er uiteraard geen ‘goed weer garantie’ bestaat, is het festival voor volgend jaar een week later gepland, namelijk 28, 29 en 30 maart 2025.