Tegen de tijd dat deze krant bij u op de mat valt, is de raamexpositie alweer afgelopen. Maar u heeft er vast wel iets van gemerkt. Het was een spectaculair evenement dat gedurende de maand juli heel wat kijkers heeft getrokken. Met een routebeschrijving in de hand liepen ze door de wijk, van adres naar adres, van raam naar raam, waarachter de meest uiteenlopende kunstwerken vielen te bewonderen. Een van de (tientallen) kunstenaars die aan de raamexpositie deelnamen, is Liesbeth Hovenkamp. Achter het keukenraam van haar woning stelde ze een abstracte voorstelling ten toon, vervaardigd met bijenwas. Deze techniek vraagt om een nadere toelichting. Maar eerst legt Liesbeth uit waarom ze juist dit werk heeft uitgekozen voor de raamexpositie.
“De voorstelling voor mijn raam wordt gekenmerkt door zachtheid. Dat komt door de
lichte kleuren die ik heb gebruikt. Het past goed bij wat ik wilde laten zien. Ik werk graag in stilte en begin altijd intuïtief. Ik denk niet na, maar volg mijn gevoel. Vaak ben ik zelf verrast door wat er uitkomt. Wat er ontstaat, houdt het midden tussen abstract en figuratief, met in veel gevallen een verwijzing naar water en landschappen. Ik geef mijn werk geen titel mee. Iedereen mag erin zien wat hij wil zien. Bijenwas is heel zacht materiaal om mee te werken. Dat maakt het voor mij zo aantrekkelijk. Je doet bijenwas op een strijkijzer, warmt het op, en strijkt er dan mee over het papier. Het moet heel glad papier zijn, liefst fotopapier. Bijenwas op linnen, het kan wel, maar het resultaat is veel minder mooi. Je hebt verschillende kleuren bijenwas, dus je kunt ook met verschillende kleuren werken. Helaas wordt bijenwas niet veel meer gebruikt. Het is daardoor steeds moeilijker te krijgen.”
Het lijkt me geen gemakkelijke techniek. Hoe heb je het geleerd?
“In Den Haag heb ik de opleiding ‘Beeldende Creativiteit’ gedaan. Een heel praktische opleiding. En ook heel veelzijdig. Je leerde er te werken met tal van technieken en kwam in aanraking met de meest uiteenlopende materialen. Ik heb met klei gewerkt, op papier gewerkt, collages gemaakt. Zo heb ik ook geleerd bijenwas te gebruiken. Om de kost te verdienen, heb ik tijdens de studie gewerkt als begeleider van dak- en thuislozen. Dat heb ik altijd met heel veel plezier gedaan. Ik was een luisterend oor voor de mensen, probeerde hen het gevoel te geven dat ze ertoe deden, dat ze gezien en gehoord werden. Wanneer je echt geïnteresseerd in hen bent, willen de meeste mensen hun verhaal wel vertellen. Met het diploma ‘Beeldende Creativiteit’ op zak, mocht ik lesgeven op lagere scholen, in club- en buurthuizen en dergelijke.”
Dat breng je nu in praktijk met je schilderclub.
“Ik heb de schilderclub ruim tien jaar geleden in de Oosterparkwijk opgericht voor mensen met een smalle beurs. Ik kwam op het idee toen ik zelf cursussen wilde volgen – en die niet kon betalen. Gemiddeld heb ik tien tot vijftien deelnemers, maar door de corona zijn het er nu natuurlijk minder. Iedereen kan meedoen, ongeacht het niveau dat hij of zij heeft. Tussen september en juli komen we iedere donderdagochtend bij elkaar. Binnenkort gaan we verhuizen. We krijgen een plek in het nieuwe buurtgebouw, de voormalige Siebe Jan Bouma school aan de Oliemuldersweg. Een grote vooruitgang. In het lokaal waar we aan het werk gaan, is de lichtinval prachtig. De cursus is gratis. Ik geef praktische adviezen, leg uit welke materialen je het beste bij welke techniek kunt gebruiken, hoe je verf moet mengen, hoe je kleuren op elkaar afstemt, maar het sociale aspect is minstens zo belangrijk. Tijdens het werk praten we over alles wat de mensen bezighoudt. Iedereen kan bij ons zichzelf zijn. En we hebben aandacht voor elkaar. Ik noem onze schilderclub ‘de voedselbank voor de geest’.”
Ik zie dat je een wand in je kamer met papieren vlinders hebt versierd.
“Ik ben helemaal gek van vlinders. Ze zijn heel teer en prachtig van kleur. Ze fladderen overal heen, van bloem naar bloem, van struik naar struik, en zijn daarmee voor mij een symbool van vrijheid. Vlinders komen ook heel mooi uit hun cocon. Je ziet iets bewegen – en heel langzaam komt er dan een vlinder uit. Prachtig vind ik dat!”