Als je ergens woont krijg je een relatie met die plek. En op het moment dat je verhuist, krijg je opnieuw de kans die relatie vorm te geven. Maar hoe doe je dat? Hoe raak je geworteld en hoe pas jij tussen hetgeen er al was? Maartje ter Veen verhuist naar de Oosterparkwijk en zoekt antwoorden op deze vragen.
Als ik voor het eerst aan kom fietsen, voel ik het meteen. Het leeft hier. De mannen aan de overkant van de straat, in gesprek over de op handen zijnde visvangst uit het kanaal. Het autoverhuurbedrijf, de woonboten, de fietsers die over de brug komen. Een zwerfvuiljagende vrouw met karretje en grijper, de zonnebloemen en de knoeperd van een pompoen in de achtertuin van mijn benedenbuurvrouw. De trampoline op de kade, de garage om de hoek. Dit is een stukje stad dat in gebruik is.
Dit huis komt als geroepen. En hoe fijn is het dat het dan ook nog op zo’n plek staat. Ik kom erachter dat ik opeens buren ben van mensen die ik al jaren ken. Ook dat is fijn. Ik rijd nieuwe routes door de stad. Op plekken waar ik voorheen passant was ben ik nu – het is wel wennen – niet meer te gast. Hier ben ik thuis, of mag ik dat geraken.
Terwijl ik me dat realiseer vraag ik me af: hoe doe je dat eigenlijk? Hoe word je van gast, bewoner van een wijk? En dan doel ik op meer dan alleen neerstrijken: echt een gewortelde bewoner, iemand die onderdeel van de wijk is. Want hoewel ik nu niet precies weet hoelang ik hier zal blijven – het staat voor mij vast dat ik me deze nieuwe plek eigen wil maken. Hier wil ik wortelen, niet alleen in huis maar ook op straat en in de buurt. In de wijk en in mijn stad.
Een nieuwe plek
De ene wijk is de andere niet. Ik ben heel blij dat ik in een wijk mag neerstrijken die leeft. En een naam heeft, dat ook. Daarbij kan ik me goed voorstellen dat ik voor sommigen nooit een Oosterparker zal zijn, net zoals ik voor bepaalde mensen nooit een echte Stadjer zal kunnen worden.
Ergens gaan wonen is op zichzelf niet genoeg om geworteld te raken op een nieuwe plek. Wat is daar precies voor nodig? Hoe raak je ergens thuis? En is dat in iedere wijk anders? Dat wil ik graag onderzoeken. Wat moet ik doen om op deze nieuwe plek onderdeel van de wijk te worden?
Oosterparker of niet, daar heeft eenieder vast een andere kijk op. Dus: wat denk jij? Wat moet ik eten? Wat moet ik doen? Waar moet ik zijn en met wie moet ik praten? Deel jouw antwoorden op deze vragen met me en help mij een Oosterparker worden.
Via deze link ga je naar de vragenlijst
*En kan dat eigenlijk wel?
Dit is een ingekorte versie van de column ‘Hoe word je een Oosterparker?’ in het Magazine van Platform GRAS.