René Westra is na bijna een halve eeuw teruggekeerd naar Groningen

Ruim vijftig jaar geleden kwam René Westra vanuit Friesland naar Groningen om er te gaan studeren. Hij vond een kamer in de Oosterparkwijk. Na zijn studie vertrok hij met zijn jonge gezin naar het westen waar hij al snel carrière maakte. Maar het noorden bleef trekken. En toen de gelegenheid zich voordeed, is hij met zijn vrouw naar Groningen teruggekeerd – en vestigde hij zich opnieuw in de Oosterparkwijk. Een kleine tien jaar woont hij nu met veel plezier in het Typografengasthuis. De cirkel is rond. Groningen is de stad waar hij zich thuis voelt.

“In 1967 ben ik in Groningen biologie gaan studeren. Ik was toen zeventien jaar. Vergezeld door mijn moeder, ging ik op zoek naar een kamer. Tijdens deze zoektocht bekeken we ook een kamer aan het Stokroosplein. Die beviel me wel, maar mijn moeder was veel minder enthousiast. De hospita had namelijk een heel knappe dochter en moeder was bang dat ik meer tijd aan haar zou besteden dan aan mijn studie. Het feest ging niet door. Uiteindelijk vond ik onderdak aan de Zaagmuldersweg, pal tegenover het stadion van FC Groningen. Dat was een prima plek. Wanneer ik het weekend in de stad bleef, bezocht ik eerst ’s ochtends de mis in de Sint Franciscuskerk en ging daarna door naar het stadion, voetbal kijken. Er speelden daar toen legendarische voetballers als

Tonny van Leeuwen, Piet Fransen en de Deen Ole Fritsen. Ik had nogal een strenge hospita. Ze hield nauwkeurig in de gaten of ik ’s zondags wel naar de kerk ging. Maar dat was voor mij helemaal geen punt. Ik was katholiek en ben dat nog steeds. Ik ga nog altijd naar de kerk. Vrienden van me die ook biologie studeerden, vonden het vreemd dat ik gelovig was. Maar voor mij is dat niet met elkaar in tegenspraak. Ik vind de evolutietheorie van Darwin heel interessant, maar in mijn ogen is dat niet het hele verhaal.”

Hoe lang heb je aan de Zaagmuldersweg gewoond? 

“Twee jaar. Toen ben ik verhuisd naar een studentenhuis in het Soephuisstraatje. Helemaal in het centrum van de stad. Eind jaren zestig studeerden er maar heel weinig meisjes biologie. Ik ging daarom altijd koffiedrinken in het Alfagebouw aan de Grote Kruistraat. Daar heb ik Ellen ontmoet, mijn latere vrouw. Zij studeerde Nederlands. In 1972 zijn we getrouwd en een jaar later is onze oudste dochter geboren.”

Wanneer ben je afgestudeerd?

“In 1974. Eigenlijk moest ik hierna in militaire dienst, maar er bestond een mogelijkheid om daar onderuit te komen. In die tijd was er een groot tekort aan leraren biologie, vooral in het westen van het land. Wanneer ik daar een baan als leraar accepteerde, hoefde ik niet in dienst. Zo ben ik leraar geworden op een school in Alkmaar. Zo’n veertig jaar heb ik met veel plezier voor de klas gestaan. In 2013 ben ik gestopt met les geven. Hierna heb ik me, tot mijn pensionering, beziggehouden met het ontwikkelen van toetsen en het opstellen van examens. Ook heb ik een biologieboek geschreven dat nu op veel middelbare scholen wordt gebruikt. Dat werk had één groot voordeel: ik kon het online doen. Hierdoor hadden mijn vrouw en ik de kans een deel van het jaar in Zweden door te brengen. We kwamen regelmatig in het land, omdat een van onze dochters met haar man in Zweden een boerenbedrijf heeft. De rust en de stilte spraken ons erg aan. En de mentaliteit van de bevolking. Niemand heeft haast in Zweden. Iedereen is heel relaxed. De middelvinger kennen ze niet. In 2007 hebben we een vakantiehuis gekocht op Öland – een eiland langs de oostkust van het land. Ons huis ligt dichtbij de zee. Vaak hadden we het strand voor ons alleen. We wandelden er veel, ik ging er vogels spotten. En ik kon er ook prima hardlopen.”

Hardlopen?

“Mijn grote hobby. In 1980 heb ik het roken eraan gegeven en ben ik gaan hardlopen. Sindsdien heb ik meer dan 100 marathons gelopen, onder andere in New York en Milaan. Mijn vrouw ging altijd met me mee, ze had niets met hardlopen, maar vond de steden waar het plaats vond, prachtig. Iedere keer stond ze me bij de finish op te wachten – met twee tassen met inkopen.”

Wanneer zijn jullie naar Groningen terug verhuisd?

“Nadat ik gestopt was met les geven – in 2013. Het was een idee van mijn vrouw om terug te gaan. Ze vond het westen veel te druk. Groningen heeft alle voordelen van een grote stad – een schouwburg, bioscopen, veel leuke restaurantjes, en tegelijkertijd is het er relatief rustig. En we hadden goede herinneringen aan de stad. Een bijkomend voordeel: Groningen ligt dichter bij Zweden dan Alkmaar. Het scheelt toch een kleine twee uur rijden. Mijn vrouw heeft de verhuizing doorgezet. Zonder haar zou ik het huis waar we zijn gaan wonen nooit hebben gekocht. Soms doe je iets om een ander een plezier te doen – later kom je erachter dat je het zelf ook heel leuk vindt. Ik roep vaak ‘zeg maar ja, dan word je gelukkig’. Mijn vrouw wilde graag een groot gezin. En dus kregen we een groot gezin  – twee zoons en drie dochters. En ik kan alleen maar zeggen dat ik het heerlijk vind om vijf kinderen te hebben.”

Je vrouw is inmiddels overleden?

“In 2018 – na een kort ziekbed. Ik mis haar nog steeds enorm. Het heeft me moeite gekost de draad van het leven weer op te pakken. Maar ik ben een optimist, ik zie de zonzijde. Ik heb een fantastische tijd met Ellen gehad. Zevenenveertig jaar zijn we samen geweest – daar kijk ik met veel liefde op terug. Mijn vrouw was doopsgezind. Doopsgezinden hebben geen eigen kerkhof. Daarom ligt Ellen begraven op de katholieke begraafplaats aan de Hereweg. Ik heb voor haar van Öland een grafsteen laten overkomen. Zo is er een stukje Zweden bij haar. Soms heb ik zin een eind te gaan rennen – dan neem ik een route langs de katholieke begraafplaats. En ga ik even bij haar graf staan. Het is een dubbel graf. Ooit kom ik bij haar te liggen. Het is ons plekje – een plek voor ons tweeën.


René Westra heeft na zijn pensionering twee boeken geschreven. ‘De keizer heeft helemaal geen kleren aan!’ – over vijftig jaar lesgeven. En ‘Gerard Nijboer in Eenigenburg’ – over zijn belevenissen tijdens het hardlopen. Beide boeken zijn uitgegeven door Brave New Books.