Nacht van de Nacht in de Oosterkerk

Door dominee Jaap

Wat doet een kerk in de Nacht van de Nacht. Een kerk wil toch graag licht verspreiden. Licht in de betekenis van ‘goed nieuws’. Zoals het in de kersttijd verbeeld wordt in een lichtgevende Ster voor het raam. Kerken voelen zich thuis in het licht.

Het bijzondere is dat een kerk niet alleen iets met licht heeft maar ook met donker. Donker in de betekenis van de moeilijke en foute dingen in het leven. Kerken zijn ook thuis in dat donker. Wij kennen het donker van binnenuit. We geloven namelijk dat we in het donker nooit alleen zijn. Er is altijd iemand (God) die het donker van binnenuit kent. Gods Zoon, Jezus, leefde op aarde en stierf na drie uren duisternis. 

Dus hadden we in de Nacht van de Nacht de deuren van de kerk open. Tientallen mensen vonden hun weg in het donker, en wij waren even met hen in dat donker.

Dat deden we omdat we er vast van overtuigd zijn dat na de nacht een nieuwe dag komt en na het donker het licht. Het is nog nooit zo donker geweest…, of het werd weer licht.

Nacht van de Nacht: een verslag

Door Frans Geubel
De Natuur- en Milieufederaties (NMF) uit heel Nederland organiseerden op zaterdag 29 oktober voor de achttiende keer de Nacht van de Nacht. Dat is een evenement waarbij duisternis centraal staat. Het doel is om aandacht te vragen voor de problemen van lichtvervuiling. Ook de Oosterkerk deed mee, met korte diensten om 20, 21, 22 en 23 uur. Op de stoep voor de ingang stond een vuurkorf en enkele mannen heetten mij welkom. Ik betrad de kerk en bleef stilstaan om mijn ogen te laten wennen aan het duister van de kerk die verlicht werd door waxinelichtjes en kaarsen. Ik nam plaats op de eerste rij maar werd al gauw door predikant Jaap van den Bos uitgenodigd om samen met anderen ons bij hem en gitarist / zanger Gert de Jonge te voegen. Jaap sprak ingetogen over duisternis en licht. Hij citeerde uit de liedtekst ‘Jij Daar In Het Donker’ van Stef Bos: Jij daar in het donker / Jij daar in de nacht / Jij die naar de hemel kijkt / En op een wonder wacht.

Tijdens de dienst laste Jaap een moment van stilte in. Daarna zong Gert ‘Het het nog nooit zo donker west’ van Ede Staal. Na de dienst bleven we nog even zitten in onze kring. Een schaaltje ging rond, ik nam het aan, kon niet goed zien wat het was en pakte wat ik dacht een chocolaatje, maar nee, het bleek een dropje! Zo duister was het dus wel. Terwijl ik naar huis fietste ging ik in gedachten naar de tijd dat er nog geen elektrisch licht was.

Foto Frans Geubel