Multitalent Lucie Dekker zet zich in voor de wijk

Ze schildert, zingt, speelt piano, schrijft en vertaalt songteksten, ze geeft les en is bezig met haar eerste boek. Zonder overdrijving kan Lucie Dekker een multitalent worden genoemd. Sinds een jaar of drie woont ze bij ons in de wijk, waar ze inmiddels op meerdere terreinen actief is. Zo werkt ze mee aan het meezing-café, treedt ze op in het cultuur-café (allebei in ‘bij Van Houten’) en geeft ze zangles bij het JOP. Ook heeft Lucie de afgelopen zomer het door haarzelf geschreven ‘Zweefvuillied’ gezongen bij de opening van het kleinste museum van de stad, of misschien zelfs van heel Nederland – het Zwerfvuilmuseum in wijkrestaurant Het HOP. Er borrelen steeds nieuwe gedachtes, nieuwe plannen, nieuwe ideeën bij haar op. Ook verflauwen interesses wel eens na verloop van tijd. Soms is het voor haar moeilijk om keuzes te maken. Wat is het leukste om te doen? Daarnaast kreeg ze onlangs in haar persoonlijke leven een drama te verwerken dat zijn sporen heeft nagelaten – ook in haar creativiteit. Het bracht verwarring en groot verdriet, maar leidde haar ook naar nieuwe wegen. Lucie vertelt er openhartig over, zittend in haar lievelingsstoel, in haar gezellige appartement, met een kop thee binnen handbereik.

“Als kind was ik al een fervent tekenaar. Zodra ik klok kon kijken, zette ik iedere ochtend om half zeven de wekker om, voor ik naar school ging, een tijdje te kunnen tekenen. Daarbij leefde ik me uit in prinsessen in mooie sprookjesjurken en andere fantasiefiguren. Een paar jaar later, halverwege de basisschool, zette ik met mijn zusje en twee buurmeisjes een buurtkrantje op – twee of drie A4-tjes die we aan elkaar nietten. We vulden het blaadje met spannende verhalen, brachten nieuwtjes uit de omgeving en plaatsten als extraatje een quiz: een omschrijving van iets of iemand uit de buurt. ‘Raad maar eens wie of wat we bedoelen’. Met dat krantje – dat overigens heel onregelmatig verscheen – gingen we de deuren langs. Een exemplaar kostte vijftig cent. Met de opbrengst betaalden we de prijs die de mensen met de quiz konden winnen.”

In haar jonge jaren was Lucie al ondernemend en had ze oorspronkelijke ideeën. Ze constateert dat ze uit een creatief milieu komt. Haar moeder is heel muzikaal. Haar vader is aannemer, daar is niets artistieks aan, zou je op het eerste gezicht zeggen, maar hij is op een bepaalde manier heel creatief, heel poëtisch. “Wanneer we sinterklaas vieren, heeft hij van ons allemaal de mooiste gedichten en de meest originele surprises gemaakt.” Lucie beschouwt zichzelf als een combinatie van haar beide ouders.

De PABO

Op de middelbare school deed ze niet altijd haar best – met als gevolg dat ze in de derde of vierde klas van het VWO moest overstappen naar de HAVO. Dat had gevolgen voor haar studiekeuze. “Ik wilde architect worden. Maar hiervoor was een VWO-diploma vereist – tenminste dat dacht ik. Destijds heb ik me daar niet verder in verdiept. Nu realiseer ik me dat ik ook voor de studie bouwkundig tekenaar had kunnen kiezen. Dat vak had me ook wel gelegen. Maar toen dacht ik daar niet verder over na. Ik besloot juf te worden. Dat speelde al van jongs af aan door mijn hoofd: ik word later juf! Dus ging ik naar de PABO. Maar dat was geen goed keuze. In die tijd zat ik niet lekker in mijn vel. Ik was nog bezig mezelf te ontdekken. Daardoor kon ik me niet goed concentreren en kreeg last van migraine. Ik was druk bezig met volwassen worden, wat niet gemakkelijk ging. Na gesprekken met een psycholoog, viel de diagnose ADHD, maar ik denk eerder dat ik hooggevoelig ben. Door dat te ontdekken, vielen er veel dingen vielen op zijn plek. Ik was niet dom, zoals ik soms dacht.”

Het eindexamenproject

Na vierenhalf jaar stopte Lucie met de PABO en begon ze aan het conservatorium voor popmuziek in Enschede met de studie songwriting. Dat was geen onverwachte overstap. Ze was al een tijdlang bezig met het schrijven van liedjes. Het eerste liedje was spontaan ontstaan, toen haar verkering op de klippen liep. “De emotie moest eruit. In no time heb ik het nummer geschreven – tekst en muziek. Het ging vanzelf. En ik dacht na afloop – dit wil ik vaker doen! ” Ook had ze in haar PABO-tijd contact opgenomen met de Groninger Songwriter Circle – een netwerkorganisatie voor liedjesschrijvers. In dezelfde tijd trad ze op feestjes en bij open dagen van de PABO op als zangeres bij een coverband. Daarbij ontdekte ze hoe belangrijk schrijven en muziek maken voor haar was. De studie in Enschede sloot daar perfect op aan. Maar er was een keerzijde. In Enschede kwam ze er ook achter dat het muziekwereldje haar niet echt lag en dat ze onvoldoende plezier beleefde aan haar optredens. Haar andere talent drong zich nu op. Schilderen. Ze had al in opdracht portretten, landschappen en dieren geschilderd, opmerkelijk, want ze heeft hiervoor geen opleiding gevolgd. Lucie heeft haar schilderstalent zelf ontwikkeld. “Met hulp van mijn zusje die de kunstacademie heeft afgerond. Zij heeft me een heleboel praktische tips gegeven. En op de middelbare school had ik bij het vak handvaardigheid al het een en ander geleerd over verschillende soorten verf en verschillende soorten penselen.” Beide talenten kwamen tot uiting bij haar eindexamenproject. Een heel bijzonder project. “Ik heb bij zeven van mijn liedjes schilderijen gemaakt – de schilderijen illustreerden als het ware de tekst en de muziek. Op de tentoonstelling waar het werk kwam te hangen bevond zich naast ieder schilderij een QR-code. Bezoekers deden bij binnenkomst oordopjes in en kregen, als ze die QR-code scanden, het bijbehorende liedje te horen. Heel leuk. Ik heb er veel plezier aan beleefd.”

 Soulmates

Anderhalf jaar geleden vond er in het leven van Lucie een drama plaats. Haar jongste broer, Joram, maakte een einde aan zijn leven. 

“Hij had last van stemmen in zijn hoofd. Stemmen die hem bevolen om allerlei erge dingen te doen, ook naar andere mensen toe. Dat wilde hij niet, hij verzette zich ertegen. Door suïcide te plegen heeft hij zichzelf en de mensen om hem heen in bescherming genomen. Ik ben de oudste van vijf kinderen, hij is de jongste. We schelen negen jaar. Maar we zijn soulmates – nog altijd. Twee handen op één buik. Onze ouders hadden het erg druk met het aannemersbedrijf. Toen Joram klein was, heb ik daarom vaak opgepast. Ik heb hem heel wat keren een schone luier omgedaan. Samen met mijn vader heb ik hem leren fietsen. Hierdoor waren Joram en ik heel close. Hij is achttien jaar geworden. Hij heeft nog gestemd, voor het eerst in zijn leven mocht hij stemmen, dat vond hij heel leuk.” 

“Zijn overlijden was voor ons allemaal een harde klap. Natuurlijk heb ik veel gehuild, maar eigenlijk heb ik er ook vanaf moment één vrede mee gehad. Ik denk dat ik het begreep. En, met de liefde die we van de mensen in onze omgeving mochten ontvangen, heb ik die tijd niet als heel zwaar ervaren. Nog altijd voel ik me sterk met Joram verbonden. In fysieke vorm is hij er niet meer, maar verder is hij voor mij nog helemaal aanwezig. En ik heb een liedje over hem geschreven.”

Lucie zingt het voor, waarbij de regel opvalt die steeds in het refrein terugkomt. ‘Ik kan niet wachten tot de dag waarop ik jou weer vind’. 

Activiteiten in de wijk

“Hoewel die tijd niet heel zwaar voor me was, heeft het overlijden van Joram wel een gat geslagen. Een jaar geleden waren alle passies uitgedoofd. Niets vond ik nog leuk. Maar nu gaat het een stuk beter. Ik heb het afgelopen jaar veel over mezelf ontdekt. En ik onderneem nieuwe dingen, hier in de wijk. Behalve de activiteiten die ik ‘bij Van Houten’ doe, ben ik ook bezig voor Duurzaam Oosterpark – een organisatie die ik heel cool vind. Zo heb ik drie boomtuintjes geadopteerd. Ik houd het stukje grond rond deze bomen bij. Ook ben ik bezig de stekjeskast te beschilderen met vrolijke bloemetjes. En ik heb dus het Zweefvuillied geschreven en gezongen bij de opening van het Zwerfvuil-museum. Verder lijkt het me leuk een kunstworkshop te geven. En ik houd me bezig met spiritualiteit. Misschien wil in de wijk nog eens een spiritueel centrum starten. Tot slot beleef ik ook veel plezier aan het geven van zanglessen. Ik leer de deelnemers zangtechnieken, ik laat hen iets voorzingen, en geef daarbij praktische tips. Maar dat is niet het enige. Ik hoor als iemand in zijn stem een blokkade heeft – bijvoorbeeld bij het hart of bij het middenrif. Dan doen we oefeningen om het lichaam te openen en de stem overal naar toe te laten stromen. Wanneer dat lukt, geeft dat me heel veel voldoening.”