Voorstelling BITBYBIT op de Paradijsvogeltuin

Door Anita Bartstra

Vaak ben ik in de Paradijsvogeltuin. Wat een prachtige plek! Ik kan er volop mijn creativiteit kwijt, (met tuinen ontwerpen en aanleggen, kinderen lesgeven, posters tekenen, enz.) én het is ook nog eens gezellig. Van tijd tot tijd zijn er evenementen. Er was al eens een voorstelling van Santelli. Vorig jaar het winterfeest in december om het 1-jarig bestaan te vieren, midden in coronatijd toen nergens anders evenementen waren. Begin september was er de Drijf in toer met mooie muziek, een paar dagen later het Oogstfeest (zie de Wijkkrant van afgelopen september, waarin Frans Geubel een prachtig artikel over het feest schreef) en toen hoorde ik dat een van de voorstellingen van het Jonge Harten-festival – een theaterfestival – dit jaar op de Paradijsvogeltuin zou plaatsvinden. Een bewoner van de Oosterparkwijk bleek in de organisatie van het festival te zitten en had de Paradijsvogel-tuin getipt als goede locatie. Het is ook een prima plek voor zo’n voorstelling en de bewoners zijn erg handig, wat goed van pas komt bij de inrichting voor het gebeuren. Op de klus- en tuiniersdag (elke eerste zaterdag van de maand) voorafgaand aan het festival werden er al voorbereidingen getroffen voor de voorstelling. Zo werd er een grote fietsparkeerplaats gecreëerd. Bij het centrale gebouw, het KASteel, werd het palletpad vervangen door een echte ‘oprit’ van grond en grind, ook geschikt voor rolstoelers. Het KASteel zelf werd groter gemaakt door een uitbouw te maken bij het keukengedeelte, bekroond met een gewelfd dakje met pannen. En de nooduitgang werd voorzien van een niet-parkerenbord met symbolen en toelichting in allerlei talen. 

Een paar dagen voor het zover was kwam er een heuse wc-wagen op het terrein en werd er een prachtige circustent opgebouwd achter op het terrein. Veel hulp was opgetrommeld door de bewoners. Het was een en al bedrijvigheid, met de inrichting van een bar in het KASteel, de inkoop van de consumpties, het ophangen van lichtkabels langs het pad, op de fietsparkeerplaats en over het terrein tot aan de circustent. Drie keer werd de voorstelling BITBYBIT gehouden, op vrijdag- en zaterdagavond en zondagmiddag, 18 tot en met 20 november. Het (Belgische) gezelschap bestaat uit vier mensen, eentje voor geluid, eentje voor het licht en de twee artiesten (die broers zijn), Simon en Vincent Bruyninckx, samen het Collectif Malunés. Hun roem was ze al vooruitgesneld want een van de bewoners had ze al eens zien optreden op een Frans theaterfestival, en was daar zeer van onder de indruk. Alle drie voorstellingen waren druk bezocht, waarvan twee helemaal uitverkocht (230 toeschouwers). 

Als toeschouwer zat je relatief dicht op de performers en dat maakt dat het nog meer binnenkwam. Een klassieke circustechniek wordt gebruikt, waarbij een soort bal (zo leek het tenminste) in de mond wordt gedaan, waaraan zich een touw bevindt. De techniek heet Jaws of steel, en je moet haast wel stalen kaken hebben, want de broers sleepten elkaar op deze manier over het toneel, of eentje hing aan het touw dat de ander dus in zijn mond hield. Het was superspannend om te zien. In het begin waren de bewegingen klein en voorzichtig, naarmate de voorstelling verstreek werden de bewegingen steeds heftiger. Af en toe leken ze met elkaar in gevecht, of het leek alsof de een de ander mishandelt. Op een gegeven moment klom een van de broers in de nok van de tent, en de ander helemaal via de zijkant ook. Het leek wel of hij zuignapjes aan zijn voeten had! Vervolgens daagde de ene broer de andere uit, door steeds ondersteboven in de nok te hangen en zijn hoofd eruit te steken. Op dat moment werd ook voor het eerst gesproken: ‘Vooruit, steek die hand nu toch uit, man!’ Als ze elkaar dan bereiken hangt de een op de kop, met het touw uit zijn mond en de ander hangt daaraan! Echt spectaculair. Dan moet je elkaar wel helemaal vertrouwen. Het publiek leefde behoorlijk mee. Daarna kwamen ze weer naar beneden en werd het haast een soort dans, alleen een miniem stukje touw tussen de ‘jaws’ en later gebruiken ze hun armen ook daarbij, ze slaan er een soort ritme mee op elkaars rug. Dat werkt op de een of ander manier bezwerend. 

De tent was niet alleen mooi, hij was ook nog erg handig om op te bouwen. In de voorstelling werd hij ook heel goed benut, zoals hiervoor al te lezen was.

De broers vonden het verblijf op de Paradijsvogeltuin erg prettig, zoals te horen was aan het eind van de voorstelling. De verwarming van de tent, een soort heteluchtkanon, deed het niet op zaterdag, maar gelukkig repareerde Steven van de Paradijsvogeltuin deze weer.

Ook op zaterdag bleek dat de leidingen van de wc’s ‘s nachts waren bevroren, maar ook deze werden weer opgeknapt. Op de eerste dag kregen Steven en zijn vrouw Tisi – zelf ook niet onverdienstelijk als koorddansers zoals we hebben kunnen zien op het Oogstfeest – een warme maaltijd van het gezelschap. Alle speeldagen werd na afloop gezellig met elkaar gepraat. Op maandag reisde het hele gezelschap met al hun voertuigen weer af naar België.

Het Jonge Harten-festival heeft als een van de doelen verbinding maken door middel van theater en dat past precies bij de doelstellingen van de Paradijsvogeltuin. Met al deze evenementen groeit de Paradijs-vogeltuin organisch en ze zijn nu een stichting geworden. Het is de bedoeling om in de toekomst meer theater-, muziek- en cultuurevenementen te ontvangen en zo meer verbinding te maken met de buurt. Het is te hopen dat de busbaanplannen over het terrein nog lang niet door zullen gaan. Afgelopen vrijdag stond er een hoopgevend bericht in die richting in het Dagblad van het Noorden. Maar of het nu voor langere of kortere tijd is, de verbinding groeit door!

Wil je ook in verbinding komen met de Paradijsvogeltuin? mail naar post@paradijsvogeltuin.nl