“Dromen en schilderen vallen bij mij samen”
Lilian Verschoor beschouwt het schilderen als ‘de rode draad in haar leven’. Terugblikkend stelt ze vast dat het schilderen bij tijden op de achtergrond raakte, soms ver op de achtergrond, om zich daarna weer in volle hevigheid aan te dienen. Vaak werkte ze, wanneer ze de penseel en palet weer ter hand nam, in een heel andere stijl dan in vorige periodes. En koos ze voor totaal andere onderwerpen. Het valt in ieder geval op hoe verschillend het werk is dat ze in haar lange carrière heeft gemaakt. Een paar voorbeelden. Een groot schilderij van water en het licht dat op dat water valt, vervaardigd op basis van foto’s die ze met een wegwerpcamera in de Papiermolen – onder water – geschoten heeft. Naar boven toe wordt het water op het schilderij steeds ijler. “Eerst zat dit lichte gedeelte aan de onderkant. Maar ik heb het schilderij omgedraaid. Ik heb de rust naar boven verplaatst. Dat voelt beter.” Een naaktmodel, in een paar treffende lijnen neergezet. Het accent valt op het lichaam. Het gezicht is niet weergegeven. Een schilderij van een ijsvogel, blauw, met een zweem van oranje, weergegeven tegen een lichtblauwe lucht. Blauw is Lilians favoriete kleur. Fascinerend is een recent werk van Lilian – een doorkijkje vanuit de gang naar de badkamer in een verstild huis. Het is een donkere tinten geschilderd – afgezien van de vloer van de gang die diepblauw oplicht. Er is geen mens te zien. “Dat huis was een galerie in Frankrijk waar een vriendin en ik een week konden verblijven.” In eerste instantie lijkt het een vredig tafereeltje. Een vakantiehuis in de vroege ochtend. De bewoners slapen nog. Het is een en al rust. Bij de tweede blik gaat er ineens iets onheilspellends van het schilderij uit, of er in dat huis een gruwelijke gebeurtenis heeft plaats gevonden. Het zou een still uit een film van Hitchcock kunnen zijn.
Weer heel anders zijn de portretten die Lilian van Ethiopiërs maakte.
Lilian geeft aan dat ze haar gevoelens het beste in schilderen kan uiten. “Ik ben over het algemeen nogal dromerig van aard en dromen en schilderen werken bij mij samen en vallen ook samen. Bij het schilderen vergeet ik mijn omgeving.”
Zo bezien, vallen de werken die ze in een bepaalde periode in haar leven maakte, uit de toon: krachtige, zwarte vegen op papier gesmeten, wild, onstuimig en expressief. Het was haar manier om de onrust die toen in haar leefde, eruit te gooien.
Behalve haar veelzijdigheid vallen in het werk van Lilian ook de kleuren op. De liefde voor kleur is terug te voeren op haar jeugd. Lilian is geboren op Curaçao en heeft daar tot haar dertiende jaar gewoond. Op Curaçao liggen haar roots.
“Mijn vader was machinist op de grote vaart. Hij was vaak maanden van huis. Mijn moeder zorgde alleen voor de kinderen. Toen de derde geboren was, had ze daar genoeg van. Ze wilde dat hij een baan aan de vaste wal zocht. Dat heeft mijn vader gedaan, maar het beviel hem totaal niet. Hij was de vrijheid gewend. Als compromis heeft hij toen gesolliciteerd bij Shell op Curaçao. Hij is aangenomen en het gezin is naar de Antillen vertrokken. Dat was in 1955. In de loop der jaren heeft hij bij Shell carrière gemaakt. In 1957 ben ik op Curaçao geboren. Voor mij staat het eiland voor zon, kleuren en vrijheid. De vrijheid die ik daar ervaren heb, mis ik hier. Het hele jaar door was er een aangename temperatuur. De noordoost passaat bracht verkoeling. Na de zomer kwamen er nog al eens orkanen voor. Dan werd alle wind weggezogen en was het ineens bloedheet. We hadden op Curaçao een bevoorrechte positie. Mijn lagere school was een eliteschool voor Shellkinderen, gelegen op een compound, met een hek eromheen en een poortwachter bij de ingang. Toen ik dertien was, is mijn vader overgeplaatst naar Duitsland. Maar mijn broer en ik wilden niet mee naar Duitsland. De oudste twee kinderen woonden inmiddels op kamers, dus voor hen speelde het niet, maar wij verzetten ons. Wij zijn toen, los van elkaar, ondergebracht in gastgezinnen in Zuid-Limburg – in Brunssum en in Heerlerheide. Van een leven op blote voeten kwam ik terecht in een mijnwerkersfamilie. Ik heb het er niet slecht gehad, maar ik miste mijn ouders. Vier jaar heb ik daar gewoond. Toen werd mijn vader overgeplaatst naar Shell Moerdijk en zijn mijn broer en ik weer thuis gaan wonen. In Hendrik Ido Ambacht.”
Was je toen al met schilderen en tekenen bezig?
“Ik ben altijd al creatief geweest. Daarom stelden mijn ouders voor, toen ik op mijn zeventiende mijn Mavodiploma had gehaald, dat ik naar de kunstacademie zou gaan. Maar ik durfde niet. Ik wilde niet opvallen. Ik wilde niet gezien worden. Ik wilde zijn als alle anderen, maar ik was juist anders dan zij. En op de kunstacademie zou ik helemaal een aparterik worden. Bovendien was ik bang dat ik op gegeven moment mijn werk aan buitenstaanders zou moeten laten zien. Dat leek me vreselijk. De kunstacademie was een brug te ver. Ik heb daarom voor de VHBO gekozen – de Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs – waar ik, naast onderwijs in de moderne talen en biologie, les kreeg in tekenen, schilderen en naaldvakken. Die creatieve vakken lagen me goed. Behalve schilderen heb ik mijn hele leven aan de hand van naaipatronen kleding gemaakt. Ook vind ik het leuk tweedehands kleding aan te passen aan mijn ideeën. De tekenleraar moedigde me aan: je moet hier in doorgaan. Maar in plaats daarvan ben ik naar de Pedagogische Academie gegaan. Met het diploma op zak heb ik een paar jaar les gegeven op een Huishoudschool in Dordrecht. Nederlands en rekenen aan de laagste klassen. De directie spoorde me aan wiskunde te gaan studeren. Daar was vraag naar! Maar wiskunde trok me totaal niet. De leerlingen zagen het nut er evenmin van in. Wanneer ze vroegen – “juf, waarom moeten we eigenlijk wiskunde leren?” – dan wist ik het antwoord ook niet. Ik realiseerde me dat, als ik dit werk nog een paar jaar zou doen, ik overspannen zou raken. Bij een reorganisatie kon ik er met een gunstige afvloeiingsregeling uit. Toen ben ik naar Groningen verhuisd, waar mijn toenmalige partner woonde.”
Hoe beviel Groningen?
“Het was in het begin erg wennen. Groningen is een leuke stad en heeft een mooie omgeving, maar de mensen zijn anders dan in het westen. Terughoudender. In Dordrecht maakt iemand gemakkelijker een praatje met je dan in Groningen. Ik kreeg aanvankelijk moeilijk contact. Natuurlijk betrok ik het direct weer op mezelf. ‘Ze vinden me niet aardig, ze moeten me niet.’ Ik ben in die tijd weer gaan schilderen, onder meer heb ik toen het doek met het water in de Papiermolen gemaakt. Toen ik een betaalde baan kreeg, is het schilderen weer weggeëbd.”
En daarna?
“In 2010 ben ik ziek geworden en ben ik gestopt met werken. In de jaren daarna heb ik het schilderen opnieuw opgepakt. Heel geleidelijk. Met een kennis van me die een eigen atelier heeft, ben ik aan de slag gegaan. We zijn begonnen met het kopiëren van werken van beroemde twintigste-eeuwse kunstenaars, zoals van Picasso, Matisse en Kees van Dongen. We wilden nagaan hoe zij te werk gingen. Als we dat doorhadden, zouden we hierna onze eigen weg wel vinden.”
Lilian laat me de kopie zien die ze gemaakt heeft van een van de beroemdste werken van de Frans-Nederlandse schilder Kees van Dongen. ‘Le doigt sur la joue’, oftewel ‘De vinger tegen de wang’, uit 1910 – een portret van een zelfbewuste, donkerharige, jonge vrouw, waarbij behalve de felrode kleding de ogen opvallen, grote, donkere, zwartomlijnde ogen, de mooiste vrouwenogen ter wereld. Ik ben onder de indruk van de kopie. Lilian is een groot bewonderaar van de schilder en dat is te zien aan de zorgvuldigheid waarmee ze de kopie gemaakt heeft. Wie de publiekslieveling van Van Dongen in het echt wil zien, moet even geduld hebben. Het schilderij maakt deel uit de vaste collectie van het museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam – dat een aantal jaren gesloten is wegens een uitgebreide renovatie.
Een aparte categorie in het oeuvre van Lilian vormen de vijf Ethiopische portretten.
“In 2016 heb ik met mijn ex-partner, nu een goede vriend van me, een reis gemaakt door Ethiopië. Zijn broer ging met ons mee. Beiden hebben in hun jeugd in Ethiopië gewoond – mijn ex-partner tot zijn zesde jaar. Verschillende keren is hij met mij op Curaçao geweest. Nu wilde hij op zijn beurt mij het land van zijn jeugd laten zien. De mensen in Ethiopië boeiden me enorm. Ze waren zo anders dan de mensen die ik kende. Ik heb een heleboel foto’s van hen gemaakt, vaak half verborgen vanuit de auto, zonder dat ze het merkten. Meestal wilden ze niet op de foto. Ik heb wel eens gehoord dat ze denken dat iemand die hen fotografeert er met hun ziel vandoor gaat. Een aantal foto’s heb ik thuis uitvergroot op de computer en daarna omgewerkt tot schilderijen.”
Je bent autodidact?
“Ja, dat klopt. Ik heb, zoals gezegd, geen kunstacademie gedaan. Daar heb ik geen spijt van. Ik wil me niet te veel door anderen laten beïnvloeden. Wel heb ik drie jaar lang een cursus gevolgd bij Helmut Wams, die les gaf op ‘Vrijdag’, dat toen nog de School van Handenarbeid heette. Van hem heb ik geleerd hoe ik me door middel van het beeld kon uiten. Helaas is Helmut inmiddels overleden.”
Onlangs heb je zelf les gegeven.
“Ik heb een workshop portret tekenen gegeven, als onderdeel van de reeks kunstworkshops die Rozan Vergeer in ‘bij Van Houten’ organiseert. Een leuke ervaring, maar ik voel niet de behoefte om het vaker te doen. Ik teken en schilder liever zelf. Wel lijkt het me leuk om met een groepje kunstenaars uit de wijk eens in de zoveel tijd samen te komen om elkaars werk te becommentariëren. Wanneer er iets dergelijks georganiseerd wordt, doe ik graag mee.”
Lilian doet mee aan de groepstentoonstelling ‘De kunst-route’, die op 24 november in ‘bij Van Houten’ is geopend en gedurende drie maanden te zien zal zijn. De andere deelnemers zijn Anouchka Beusekamp en Hilde Wolters.
De kunstworkshops worden ongeveer eens in de maand in ‘bij Van Houten’ georganiseerd. De afgelopen maanden zijn er onder meer zeefdrukken gemaakt, is er gezongen en zijn er collages vervaardigd. Op 13 december staat er een workshops ‘sieraden maken van speksteen’ op het programma. Tijd: 19.30-22.00.
Wie wil deelnemen aan een workshop of er eentje wil organiseren, kan contact opnemen met Daan Noordhoek. Email: daan.noordhoek@bijvrijdag.nl.