Anda kerkhoven (1919-1945) was een vrouw met duidelijke principes. Ze was vegetariër, pacifist en sterk gekant tegen vivisectie. Toen ze in 1937 geneeskunde ging studeren aan de medische hogeschool van Batavia (het huidige Jakarta), in het voormalige Nederlands-Indië, bracht haar dat in de problemen. Ze weigerde pertinent mee te werken aan het doen van dierproeven. Omdat de faculteit voor haar geen uitzondering wilde maken, en zij bij haar standpunt bleef, vertrok Anda in 1938 naar Nederland, naar Groningen om precies te zijn, waar de universiteit haar principe wel respecteerde. Ze kon haar studie vervolgen zonder dierproeven te doen. In het Groningse studentenblad ‘Der Clercke Cronike’ verwoordde ze haar visie. In een artikel in het nummer dat op 4 november 1938 verscheen, merkte ze op: “Wat niet mag, mag niet, welke de prijs ook zij. Ook de vivisectie mag niet.” En in dezelfde bijdrage: “Wie met onrecht en geweld zijn eigen leven wil verlengen, vergooit zijn eigen eer.” Haar principes brachten haar tijdens de oorlog tot het plegen van geweldloos verzet. Ze heeft het met de dood moeten bekopen.
Anda Kerkhoven groeide op in Nederlands-Indië, waar haar familie al een aantal generaties een theeplantage bezat. Haar ene grootvader, Eduard Julius Kerkhoven, is door Hella Haasse geportretteerd in de roman ‘Heren van de thee’. Er zijn meer familieleden literair vereeuwigd. Anda’s oudste twee broers, de tweeling Adriaan en Eduard, hebben model gestaan voor Adriaan en Olivier in de bekende avonturenromans van Leonard Huizinga. Ook vermeldenswaard is dat Johannes Kerkhoven (1783-1859), van vaderszijde Anda’s overgrootvader, van moederszijde haar betovergrootvader, vanaf 1854 betrokken was bij de inpoldering van gebieden bij de Dollard, in het oosten van de provincie Groningen. Een van die polders – de Johannes Kerkhovenpolder – draagt nog altijd zijn naam. Anda’s grootmoeder van vaders kant was van Chinees-Indische afkomst. Aan haar had Anda haar oosterse uiterlijk te danken.
Vorig jaar hebben onze wijkgenoot René Westra en zijn zoon Jesper een boek over Anda Kerkhoven gepubliceerd, waarin ze de gegevens die bekend zijn over haar leven, nauwgezet op een rijtje hebben gezet. De informatie in deze bijdrage is aan dit boek ontleend. De oorlog speelt een belangrijke rol in Anda’s levensverhaal. De tweede helft van het boek is grotendeels aan deze periode gewijd. Hoe het contact precies tot stand is gekomen, is niet bekend, maar duidelijk is dat Anda op zeker moment betrokken raakte bij de activiteiten van de groep De Groot, een pacifistische verzetsgroep in Groningen die zich – onder leiding Gerrit Boekhoven – bezighield met het vervalsen van bonkaarten en persoonsbewijzen en het regelen van onderduikadressen voor mensen die gevaar liepen, onder wie veel Joden. Anda bracht als koerierster pamfletten, vervalste persoonsbewijzen en bonnen rond. Daarnaast begeleidde ze onderduikers naar hun schuiladres. Eind 1944 is het mis gegaan. Door loslippigheid van een hospita, bij wie een van Anda’s contacten een kamer huurde, zijn de Duitsers haar op het spoor gekomen. Op 27 december 1944 is ze opgepakt. Daarbij had ze de tegenwoordigheid van geest snel een lijstje met onderduikadressen dat ze bij zich had, op te eten en daarmee te vernietigen. Ze werd overgebracht naar het huis van bewaring aan de Helperlinie, waar ze tijdens de verhoren zwaar werd mishandeld. Desondanks is ze niet doorgeslagen. Haar houding dwong zelfs enige bewondering af bij haar beulen. Een van hen zei: “Wat een meid, ze kan meer aan dan menig man.”
Begin januari 1945 is een groot deel van de groep De Groot opgerold. Ook Gerrit Boekhoven en zijn vriendin Dinie Aikema werden gearresteerd. Op 19 maart 1945, nog geen maand voor de bevrijding van Groningen, werden Anda Kerkhoven en Gerrit Boekhoven door enkele Nederlandse SD-ers uit het huis van bewaring gehaald, in een jeep gezet en naar Glimmen gereden. Bij het Quintusbos moesten ze uitstappen. Voor de SD-ers uit liepen ze naar een stille plek aan de Oosterbroekweg, waar deze hen van achteren doodschoten. Ter plaatse werden ze in een geïmproviseerd graf gelegd.
Op aanwijzingen van een van de SD-ers, is het graf van Anda en Gerrit na de bevrijding teruggevonden. Anda is op 23 juni 1945 herbegraven op de Noorderbegraafplaats, aan het eind van de Moesstraat. De beeldhouwer Sebastiaan Galis maakte voor haar graf een buste en een gedenksteen, waarop de tekst stond: “Zij leefde en stierf voor haar principes van menselijkheid en vrijheid.” In 1967 zijn de stoffelijke resten van Anda overgebracht naar de erebegraafplaats in Loenen.
In 1951 heeft Johan Dijkstra – die behalve kunstschilder ook glazenier was – Anda’s beeltenis aangebracht in de glas-in-lood ramen die te zien zijn in de aula van het academiegebouw aan het Broerplein. Daarna werd het stil rond haar. Pas na de eeuwwisseling kreeg ze weer de erkenning die ze verdiende. Zo werd in 2003 een gedenksteen geplaatst op de plek in het Quintusbos waar Anda is gefusilleerd. Het is een eenvoudige steen, met daarop de tekst “wij gedenken haar die het leven innig liefhad en respecteerde. Anda Kerkhoven 10 april 1919 – 19 maart 1945. Op deze plaats door de vijand omgebracht.” In de jaren daarna kwam de waardering in een stroomversnelling. In 2021 werd de grote binnenruimte van het verbouwde stadhuis van Groningen naar haar genoemd – de Anda Kerkhovenzaal – een paar jaar later gevolgd door de Healthy Aging Campus op het terrein van het UMCG – het Anda Kerkhoven Centre. Ook is er een Stolperstein geplaatst voor het huis waar ze op het laatst van haar leven heeft gewoond – De Ranitzstraat 3A, in de wijk Helpman. En nu is er het boek van René en Jesper Westra. Het is een passend eerbetoon aan een vrouw die geweldloosheid predikte maar zelf tijdens de oorlog op zo’n gewelddadige manier om het leven is gekomen.
Het boek ‘Anda Kerkhoven: een student in het Gronings verzet’ van René en Jesper Westra is uitgebracht door uitgeverij De Passage en kost 24,50 euro.