Het jongetje in de klas

‘Heb jij ook een foto voor me van de wandschildering in de Theo Thijssenschool?’ vraagt Roelof van der Velde (84). Hij woont een eindje verderop aan de Florakade en heeft een garagebox onder mijn flat. Ik vraag hem waarom en hij antwoordt: ‘Ik ben het jongetje op de achterste rij links in het schoolklasje van meester Sikkema’.

Roelof bedoelt het schoolgebouw aan de Heesterpoort, waarin nu WIJ Oosterpark  huist. Architect Siebe Jan Bouma liet zich in 1926 inspireren door de achtergelegen ‘boerderijtjes’ van zijn vroegere baas, directeur Gemeentewerken J.A. Mulock Houwer.

Net als het eerder door Bouma ontworpen gebouw aan de Jan Hissink Jansenstraat was ook hier sprake van een dubbele openbare lagere school.

Bij de oplevering eind 1927 kregen de zes- en zeven-klassigescholen, naar de gewoonte van die tijd, nummers toebedeeld. Hier XVII en XVIII. De respectievelijke ingangen waren aan de Heesterpoort en de Begoniastraat.

Roelof van der Velde voor de wandschildering.

Op de hoek Heesterpoort en Zaagmuldersweg was het gemeenschappelijke gymnastieklokaal en daarboven het lokaal voor de zevende klas. De zevende klas was een overbrugging voor ‘late’ leerlingen. In 1947 werd XVII vervangen door de naam van oud-Tweede Kamerlid Theo Thijssen en XVIII door die van zijn collega dr. D. Bos. Thijssen was overigens bekenderals (kinderboeken)schrijver dan als politicus.

Zo’n 14 jaar later verhuisde de Theo Thijssenschool en nog weer 10 jaar later betekende het dalende leerlingenaantal ook het einde van de dr. D. Bosschool. Begin jaren zeventig werd het gebouw in gebruik genomen door een school voor speciaal onderwijs, genoemd naar de in de oorlog omgebrachte Joods-Groninger onderwijzer Simon van Hasselt. In 2017 verhuisde de Simon van Hasselt naar de Travertijnstraat in Vinkhuizen.

Hierna begon de ruim 2 miljoen euro kostende restauratie van het gebouw, waarna in 2019 het WIJ-team erin trok. De officiële opening van het gerestaureerde gebouw vond plaats op 31 oktober.

Terug nu naar Theo Thijssen (1879-1943), en zijn bekendste boek ‘Kees de jongen’ (1923), dat zich afspeelt in de Amsterdamse Jordaan.

Het thema van het boek is dat Kees Bakels een moeilijke jeugd beleeft doordat zijn ouders erg arm zijn en zijn vader op jonge leeftijd sterft. In het boek lees je hoe Kees zich door deze problemen heen worstelt. Hij heeft een oogje op Rosa Overbeek en gaat na de lagere school uiteindelijk samen met haar de toekomst tegemoet.

Jan van der Zee

In 1950 maakte Ploegschilder Jan van der Zee de wandschildering in het trappenhuis van de Theo Thijssenschool, die het verhaal van Kees de jongen in beeld brengt.

Jan van der Zee (1898-1988) was niet alleen als kunstschilder actief, maar maakte ook monumentaal werk. Voorbeelden zijn de trap boven de Naberpassage aan de Grote Markt(1975, verwijderd in 2013) en de mozaïekmuur (1960) voor de Pabo, nu Noorderpoort, aan de Verzetstrijderslaan.

De wandschildering in 2011, voor de restauratie.

Op de schildering zien we in het midden Kees in schooluniform met ingepakte boeken op zijn hoofd. Op de achtergrond zien we de Amsterdamse grachten. Links van hem een meester met zijn schoolklas. Linksboven dansende kinderen in een kring. Rechtsboven zien we het gezin van Kees in groot verdriet, want de vader is stervende in de bedstee op de achtergrond. En rechtsonder tenslotte zien we Kees met zijn vriendinnetje Rosa. Er zit een beetje een moraal in dat als je de school goed doorloopt, je een mooie toekomst tegemoet gaat.

Tijdens de restauratie van het gebouw werd in augustus 2019 de wandschildering gerestaureerd door restauratieschilder Lut Gielen uit Garmerwolde, die ook het kleuronderzoek van zowel de buiten- als de binnenkant van het gebouw uitvoerde.

Ik ben op bezoek bij Roelof en de tafel ligt bezaaid met foto’s van toen. Hij pakt er eentje uit, die gemaakt is ten tijde van de schildering. We zien hier meester Sikkema met een aantal leerlingen. Van de drie staande jongens achter de meester zien we Roelof links. Deze foto is een uniek bewijsstuk van wat door de jaren heen steeds geruchten waren. Want je ziet onder andere de gelijkenis van meester Sikkema. Jan van der Zee schilderde voor de schoolklas-scène de zesde klas van de Theo Thijssenschool!

En Roelof vertelt hoe Jan van der Zee apart schetsen van alle leerlingen en de meester maakte, die hij later in de wandschildering verwerkte. Met deze schetsen was hij meerdere ochtenden bezig.

Kattekwaad

Roelof is geboren in de Hortensialaan nr. 28A, een bovenwoning waar hij op het balkon al vroeg duiven hield. Ook nu nog is hij trouw lid van Postduifvereniging De Luchtbode (1903) in de Mimosastraat.

Vanuit het raam van de zesde klas kon hij over de daken van de Begoniastraat zijn duiven op het balkon in de Hortensialaan zien. Dat leverde hem een aantekening in zijn rapport op! ‘Roelof kijkt teveel naar de duiven en let niet op.’ ‘Of jij let beter op, óf de duiven gaan weg’ zei zijn vader streng.

In die lagere schooltijd trok Roelof altijd samen met vriendjes op en haalden ze veel kattekwaad uit. Enigszins besmuikt verhaalt hij ervan.

‘Visboer, heb je ook een viskop voor de kat?’ en vervolgens gooiden we die de winkel binnen van Banus, de voorganger van De Wolf in de Hortensialaan, midden tussen de worsten.

Eens waren we stout geweest en moesten voor straf het bovenzoldertje op school op-ruimen. We moesten nodig plassen en dat deden we in een hoekje. Later verschenen er in het plafond van de vijfde klas van de D. Bosschool raadselachtige gele vlekken in het plafond.

Ook zijn we eens door Majoor Sjoerds voor straf opgesloten in de cellen van het Politiebureau. Aan het eind van de middag kwamen onze vaders, die ingelicht waren. ‘Blijf maar mooi een nachtje!’ Nou, dikke tranen natuurlijk. Maar even later werden we vrijgelaten. Dat maakte indruk en zo leerden we ons lesje. Het waren heel andere tijden; als Sjoerds van zo’n 100 meter afstand riep ‘Hierkomen!’ dan deed je dat.

In de grote bovenzaal van het Buurthuis gaf Joop Lesterhuis dansles. ‘Daar heb ik mijn vrouw ontmoet, maar ik had haar al één keer eerder gezien in de Herestraat, waar we altijd heen en weer liepen, voordat we naar Frigge gingen om te dansen. Ze liep er met een jongen. Ik zeg: wat een mooie meid! Die wordt van mij! Alle jongens lachen natuurlijk. Daar heb je hém weer. Maar het is wél gelukt.’

Dit is al jaren na de lagere school en na een lange verlovingstijd trouwt hij in 1957 met zijn Johanna.

Ze krijgen drie kinderen, twee meisjes en een jongen.

Na enkele jaren als scheepsmachinist bij Rederij Wagenborg; niks aan, steeds heen en weer naar Engeland en Zweden, begint hij aan een carrière, tot aan zijn vroegtijdige pensionering, in het onderhoud van beweegbare bruggen. Aanvankelijk bij de Spoorwegen in Rotterdam – kost-huis – en later vanuit Groningen met een groot werkgebied tot aan Overijssel. Sinds 14 1/2 jaar is Roelof weduwnaar.

Er zijn zéér waarschijnlijk veel Oosterparkers die de wandschildering nog nooit met eigen ogen hebben gezien. Zelfs ook veel oudere Oosterparkers denk ik, omdat ze niet op deze school hebben gezeten. Als de Corona beperkingen voorbij zijn en het gebouw weer open, dan zou ik zeggen: neem eens een kijkje. Het trappenhuis is vlak achter de ingang.

Een foto van meester Sikkema met een aantal leerlingen.

Foto(s): Het jongetje-2 | Frans Geubel, Het jongetje-1 | Frans Geubel.